Linton Kwesi Johnson’s meesterwerk Bass Culture

Linton Kwesi Johnson - Paradiso Amsterdam, januari 1980 (redef.com)

Linton Kwesi Johnson – Paradiso Amsterdam, januari 1980

Inleiding

Een van mijn favoriete reggae albums is Linton Kwesi Johnson’s Bass Culture. Ik luisterde het destijds regelmatig, vaak onder het genot van bedwelmende middelen. Ik hou nog steeds van het album en heb later de voorgaande albums ook gekocht.

Linton Kwesi Johnson (LKJ)

Linton Kwesi Johnson werd geboren op 24 augustus 1952 op Jamaica. Hij kreeg zijn tweede naam “Kwesi”, omdat hij op een zondag werd geboren (naar Ghanees gebruik). In 1963 verhuisde het gezin naar Brixton, Londen. In zijn latere schooltijd sloot hij zich aan bij de British Black Panther Movement en schreef zijn eerste gedichten met Rasta Love, een groep dichters en drummers.

In 1973 haalde hij zijn schooldiploma en zijn gedichten en verhalen vielen op. Hij schreef ook voor muziekbladen als New Musical Express, Melody Maker en Black Music. Hij schreef ook biografieën voor reggae artiesten die aan het Island label waren verbonden.

Linton Kwesi Johnson - Dread Beat An' Blood & Forces Of Victory (reggaediscography.blogspot.com)

Linton Kwesi Johnson – Dread Beat An’ Blood & Forces Of Victory

Vanwege de connectie met Island kon LKJ zijn debuutalbum Dread Beat An’ Blood op het label uitbrengen in 1978, dat in 1979 werd gevolgd door Forces Of Victory, die beiden zeer goed werden ontvangen. LKJ werd de grondlegger van een reggae stijl die dub poetry werd genoemd, Jamaicaanse rap, gebaseeerd op poëzie, gezet op reggae muziek. Zijn teksten waren vaak politiek, realistisch, grimmig en verhaalden over achterstanden, racisme en geweld waar veel immigranten mee te maken kregen in het Engeland dat inmiddels werd geregeerd door de conservatieve Tory partij onder leiding van Margaret Thatcher. Rond dezelfde tijd kwam punk op en de samensmelting van beide stromingen werd grotendeels ingegeven door een gezamenlijke hekel en afkeer van Thatcher en alles waar zij voor stond.

Zijn teksten werden voorgedragen over een jazzy reggae achtergrond. De muziek werd verzorgd (en geproduceerd) door Dennis Bovell (zie korte biografie in de volgende paragraaf) en zijn Dub Band. Tegen de verwachting in (zeker tegen die van hemzelf) werd LKJ een ster (in Engeland).

Dennis Bovell

Dennis Bovell (twitter.com)

Dennis Bovell

Bovell werd in 1953 geboren in Saint Peter, Barbados en groeide uit tot een van de belangrijkste figuren in de reggae scene in Londen aan het einde van de jaren (19)70/begin van de jaren (19)80. Hij was niet alleen een artiest in zijn eigen recht, maar vooral ook bekend als producer. Halverwege de jaren (19)70 was hij een van de oprichters van Matumbi, een van de eerste Engelse reggae bands. Onder de naam Blackbeard nam hij een aantal solo albums op.

Bovell werd met name bekend door zijn samenwerking met Linton Kwesi Johnson, een samenwerking die tot de dag van vandaag voortduurt. Hij werd een veelgevraagd producer in de jaren (19)80 en was betrokken bij artiesten als I-Roy, The Thompson Twins, Sharon Shannon, Alpha Blondy, Bananarama, The Pop Group, Fela Kuti, The Slits, Orange Juice en Madness. Hij deed remixen voor Marvin Gaye, Wet Wet Wet en The Boomtown Rats. Daarnaast werkte hij ook samen met onder andere Ryuichi Sakamoto, Dexy’s Midnight Runners, Edwin Collins en Pablo Moses.

Bass Culture

Linton Kwesi Johnson - Bass Culture (allmusic.com)

Linton Kwesi Johnson – Bass Culture

Op 9 mei 1980 werd het fantastische Bass Culture uitgebracht. Bass Culture was mijn introductie tot LKJ. Hoogtepunten te over op dit dub poet reggae album, dat prachtig klinkt en muzikaal divers en boeiend is.

Het album staat in het teken van rellen die uitbraken tijdens een demonstratie van de Anti Nazi League in 1979. De SPG (Special Patrol Group van de Londense politie) had blijkbaar een vrijbrief om excessief geweld te gebruiken om de menigte onder controle te houden en provocatief op te treden. Het leidde tot de dood van Blair Peach, een ‘special needs’ leraar.

Nummer onderwerpen

In het titelnummer Bass Culture gaat LKJ in op de positie van reggae muziek in zijn leven.

Het wordt gevolgd door het fenomenale Street 66, waarin de harmonica komend onheil aankondigt. Een huisfeestje wordt verstoord door de komst van de politie: “Bam, bam, bam, a knocking ‘pon the door”. De politie moet echt op nummer 66 zijn. Weston, in wiens huis het feestje gegeven wordt, zegt vervolgens “Step right in and take some licks”, waarna het nummer eindigt. Wat er gebeurt na binnenkomst van de politie wordt niet verteld, maar veel goeds zal het niet zijn. Alleen al voor dit nummer moet dit album aangeschaft worden. Het is een van de allermooiste voorbeelden van reggae, dub poetry en Linton Kwesi Johnson.

Vervolgens gaat Reggae Fi Peach expliciet in op de moord op Blair Peach door de SPG: “Everywhere you go it’s the talk of the day, everywhere you go you hear people say that the special patrol them a murderer, we can’t mek them get no furtherer”. Het volgende Inglan Is A Bitch is overduidelijk. Ondanks hoop op een goed leven blijkt Engeland enkel haat en discriminatie te brengen.

Lorraine is een liefdesverklaring, die zowel muzikaal als tekstueel niet lijken thuis te horen op het album, maar juist daarom prima past. Het draagt bij aan de afwisseling en verrast, elke keer weer.

De beide afsluitende nummers laten LKJ horen die experimenteert met minimale muzikale ondersteuning. Wordt Reggae Sounds nog vergezeld door een reggae beat en gitaar, geldt dat voor Two Sides Of Silence niet meer. Het nummer is feitelijk een voordracht van een gedicht begeleid door experimentele muziek, die abstract is, bijna free-jazz.

De prachtige hoes werd ontworpen en gemaakt door fotograaf Dennis Morris, die als fotograaf al eerder met LKJ samenwerkte.

Ik kan niet genoeg benadrukken hoe indrukwekkend dit album is. De muziek is prachtig, de teksten ontroerend en de actualiteit geldt (helaas) nog steeds. Luister en huiver!

Nummers

Linton Kwesi Johnson (spotify.com)

Linton Kwesi Johnson

Alle nummers geschreven door Linton Kwesi Johnson.

  • Bass Culture
  • Street 66
  • Reggae Fi Peach
  • Di Black Petty Booshwah
  • Inglan Is A Bitch
  • Loraine
  • Reggae Sounds
  • Two Sides Of Silence

Muzikanten

  • Linton Kwesi Johnson – zang, stem
  • Vivian Weathers – bas (behalve op Bass Culture en Loraine)
  • Floyd Lawson – bas op Bass Culture en Loraine
  • Lloyd “Jah Bunny” Donaldson – drums, percussie (behalve op Street 66)
  • Winston Curniffe – drums, percussie op Street 66
  • John Kpiaye – gitaar
  • Dennis Bovell, Webster Johnson – keyboards
  • Dick Cuthell, Henry “Buttons” Tenyue – flugelhorn, trompet
  • Julio Finn – harmonica
  • Clinton Bailey, Everald “Fari” Forrest – percussie
  • James Danton – alto saxofoon
  • Henry “Buttons” Tenyue – tenor saxofoon
  • Rico – trombone
Linton Kwesi Johnson - LKJ In Dub & Making History (reggaediscography.blogspot.com)

Linton Kwesi Johnson – LKJ In Dub & Making History

Na Bass Culture

Nog hetzelfde jaar zou LKJ In Dub verschijnen, dat bestond uit dub versies van de albums Forces Of Victory en Bass Culture. Eveneens essentiële kost. LKJ’s ster was nog steeds rijzende, maar hij besloot Island gedag te zeggen na zijn eerst volgende album. In 1981 richtte hij zijn eigen label LKJ Records op. Het zou tot 1984 duren tot de opvolger, het sterke Making History, uit zou komen. Een jaar later werd dat gevolgd door zijn eerste live album LKJ Live In Concert With The Dub Band. Het zou vervolgens zeven jaar duren voordat er weer nieuwe muziek van LKJ zou verschijnen, Tings An’ Times, dat een jaar later werd gevolgd door LKJ in Dub: Volume Two. Na LKJ Presents en A Capella Live (beiden 1996) verscheen in 1999 de eerste nieuwe opgenomen muziek in acht jaar met de uitgave van More Time. In 2002 werd LKJ in Dub: Volume 3 uitgebracht, dat in 2004 werd gevold door het laatste wapenfeit, live album Live In Paris.

Linton Kwesi Johnson - Independant Intavenshan (allmusic.com)

Linton Kwesi Johnson – Independant Intavenshan

In 1998 verscheen de verzamelaar Independant Intavenshan: The Island Anthology, een dubbel cd, die de eerste vier Island albums bevat, aangevuld met 12″ singles. Deze compilatie is verplichte kost voor iedereen die maar een klein beetje geïnteresseerd is in reggae en in de geschiedenis van minderheden in het Engeland ten tijde van de decenniumwisseling aan het einde van de jaren (19)70, begin jaren (19)80.

Dichter

Veel van de werken van LKJ zijn ook gepubliceerd. In 1974 verscheen Voices of the Living and the Dead in Race Today, een Brits politiek magazine. In 1975 werd Dread Beat An’ Blood gepubliceerd. In 1985 werd hij een ‘Associate Fellow’ van de Warwick University, in 1987 een ‘Honorary Fellow’ van Wolverhampton Polytechnic. In 2002 werd Linton Kwesi Johnson slechts de tweede nog levende dichter, en de eerste zwarte dichter, die zijn werk mocht publiceren in de prestigieuze Penguin’s Modern Classics serie, getiteld Mi Revalueshanary Fren.

In 2004 werd hij een ‘Honorary Visiting Professor’ van de Londense Middlesex University. In 2005 ontving hij een zilveren Musgrave medaille van de Institute Of Jamaica voor zijn bijdrage aan poëzie.

Ter afsluiting

Wat vind jij van Bass Culture? Laat het weten!

Video/Spotify
Bij dit verhaal is een video opgenomen. Klik op de volgende link om deze te zien: Video: Linton Kwesi Johnson’s meesterwerk Bass Culture. De A Pop Life afspeellijst op Spotify is ook aangepast.

Complimenten/opmerkingen? Graag!