Prince – North Sea Jazz festival 2011 – De recensies

Prince - North Sea Jazz 2011 - Pers reacties (apoplife.nl)

Prince - North Sea Jazz 2011 (northseajazz.com)

Dit artikel hoort bij het verhaal Prince en North Sea Jazz in 2011: drie overgetelijke nachten in Rotterdam.

Recensies

De Nederlandse pers was teleurgesteld en geïmponeerd door de drie North Sea Jazz concerten. Velen zagen alleen het eerste en tweede concert. De tegenstelling tussen die beide dagen was enorm.

Dit artikel bevat een flink aantal recensies van de Nederlandse North Sea Jazz festival 2011 optredens.

NRC Handelsblad, 9 juli 2011

Prince: Een workshop funk van de meester

Prince - North Sea Jazz recensie - NRC 09-07-2011 (nrc.nl)

Prince laat weinig professionele fotografen toe bij zijn vrijdagse optreden op North Sea Jazz 2011, vandaar een shot met een telefoon

Door Ron Rijghard

Eindelijk waren ze er dan, in de twee toegiften tussen half vier en vier uur ’s nachts, de hits waar het publiek zo smartelijk op zat te wachten. Eerst Purple Rain, vervolgens If I Was Your Girlfriend. En toen was daar die briljante riff, de razend kolkende gitaarakkoorden van Kiss: meer was niet nodig om weer het genie van Prince te begrijpen.

Anderhalf uur lang weigerde Prince zijn golden oldies te spelen. Ok, de avond begon met een knallende Controversy, maar dat leek alleen de opmaat, omdat het zijn oudste hit is. Maar wat volgde was in wezen één lange jam, een workshop funk spelen van de absolute meester. Wie dacht dat eerder op de avond Janelle Monáe een meedogenloze funkparade had gepresenteerd of dat Larry Graham, voormalig bassist van Sly Stone, een knetterende funkmachine leek, was naïef geweest. Prince definieerde messcherp opnieuw met een tomeloos voortdenderende ritmesectie. Het had er ook mee te maken dat het geluid goed stond afgesteld, en erg hard stond. Enige twijfel kon je wel hebben: de groove klonk soms zo langdurig puntig dat de vraag rees of die wel ter plekke door mensenhanden werd vervaardigd.

Prince is een perfectionist en hij leidde zijn band met strakke hand. Zelfs de lichten gingen op zijn commando aan en uit. Maar het onbekende materiaal van na zijn glorietijd mag dan geschikt zijn voor een demonstratie van vakmanschap, de wetenschap dat zoveel virtuositeit ook gegoten is in onvergetelijke songs zorgde toch voor een knagend gevoel van teleurstelling. Geen Raspberry Beret, geen Alphabet St., geen Get Off. De man heeft voldoende hits om een week lang elke nacht iets anders te spelen.

Niet dat hij geen jukebox wil zijn, want hij speelde wel hits van anderen. Een zwakke versie van Le Freak, voornamelijk door de vlak zingende zangeressen, maar ook Play That Funky Music. Niet in zijn geheel, want hij nam alleen het hart van de liedjes: het thema, een refrein. Het is knap hoe Prince zo’n thema speelt, laat vallen en weer ophaalt, ingebed in zijn eigen groove. Hij deed het ook met zijn eigen Pop Life, dat zo even langs scheerde.

Prince vroeg een paar keer of we morgen weer kwamen: hij had nog enkele verrassingen. Deze nacht waren de gasten niet exceptioneel: Saxofonist Maceo Parker (‘my teacher’, zei Prince) en bassist Larry Graham. Daar stond tegenover dat de zangeressen uit zijn band allebei een slome ballad mochten kwelen: geen van de aanwezigen had waarschijnlijk vooraf gedacht dat om drie uur in de nacht te moeten doorstaan. Wat we wel wilden, ‘want zo zijn we’, zoals het liedje zegt, is een Love Bizarre. In een meeslepende versie werd de hit van zijn vroegere protegé Sheila E gespeeld. Het was één van de hoogtepunten van de nacht, waarin de donderdag 53 geworden Prince ook nog eens toonde nog steeds een lenige danser te zijn.

Prince speelt nog zaterdag 9 juli om 1.15 uur en zondag 10 juli op zondag om 23.45 uur in de Maas.

NRC Handelsblad, 9 juli 2011

NRC Handelsblad, 9 juli 2011

De eerste nacht met Prince: oorverdovend?

Prince - North Sea Jazz recensie - NRC 09-07-2011 (2e artikel) (nrc.nl)

Prince, vrijdagavond

Door Peter van der Ploeg

In veel reacties op het eerste van drie nachtconcerten van Prince klinkt de gemene deler behoorlijk kritisch: wat stond dat geluid hard.

Op de recensie van Ron Rijghard reageren Prince-gangers teleurgesteld op het niveau van het geluid in de immense Maas-zaal. Veel bezoekers vonden het geluid zelfs zo veel te hard staan, dat ze voortijdig zijn afgetaaid. En inderdaad, ook de haartjes in mijn oren staan nog gekruld.

“Alle virtuoosheid ging verloren in een gigantische muur van galmend lawaai. Halverwege afgetaaid…” – Sander

“Strak was de timing wel, het kwam echter als een tsunami aan decibellen over ons heen. Zelfs met oordoppen deed het letterlijk pijn aan de oren. Onbegrijpelijk dat een muzikant met zijn statuur technici in dienst heeft die dat laten gebeuren. Er was geen lol aan te beleven.” – Bas

“Prince is groots maar die technici zijn waarschijnlijk al jaren zelf doof, ze hebben een goed concert door te hoog volume en te schelle klanken om zeep geholpen.” – Karin

“Na drie nummers helaas de zaal moeten verlaten omdat de pijngrens was bereikt.” – Paul

Zijn er dan alleen negatieve reacties? Nee, zeker niet. De show was groots, meeslepend, overweldigend, vinden velen.

“Wij stonden halverwege de zaal en het geluid was weergaloos! Geweldig! Funk tot in je onderbroek!” – Helga

“Wat was Prince overweldigend. Ik mis vanaf nu geen Nederlands concert meer van die man” – Ernst-Jan

“Smerige funk.” – (dat is positief) Wilfried de Jong

“Prince ROCKED NSJ!!!! What a remarkable show!!” – Dylan

“Gelukzalig in de trein terug na best cool uitje NSJ met Prince als daverende finale.” – Loeki

Toegegeven, het is zoeken naar de echt positieve reacties op Prince’ eerste. Wij zijn benieuwd naar vanavond. Laat weten wat je er van vond via Twitter, @nrcjazz, of in de reactie’s op dit blog. De gelukkigen met kaartjes voor vanavond of morgen: neem voor alle zekerheid oordopjes mee.

Prince speelt nog zaterdag 9 juli om 1.15 uur en zondag 10 juli op zondag om 23.45 uur in de Maas.

NRC Handelsblad, 9 juli 2011

de Volkskrant, 9 juli 2011

‘Prince op North Sea Jazz’

Prince - North Sea Jazz recensie - Volkskrant 09-07-2011 (vk.nl)

Door Gijsbert Kamer

Een behoorlijke deceptie, het eerste Prince concert op North Sea Jazz. Hij stond met zijn, toegegeven, strakke funkband bijna tweeënhalf uur op het podium, maar het aantal gedenkwaardige minuten was op de vingers van twee handen te tellen.

Om te beginnen was er het veel te harde, vaak lelijk afgestelde geluid. Het klonk niet zo dramatisch in die Ahoy-zaal als eerder op de avond Janelle Monáe, maar bepaald warm was de sound geen moment. En we hadden ons zich er zoveel van voorgesteld. De hele dag heen en weer gerend of er al duidelijkheid was of de pers naar binnen mocht, en toen tegen half 1 er inderdaad een polsbandje klaar lag, zelfs even als een kind zo blij.

Cover

En dan is het half 2 geweest, gaan de lichten uit en dan hoor je Foxy Lady van Jimi Hendrix. Oke, best goed, met een mooie opkomst van de in het donker gehulde Prince, maar waarom met een cover beginnen? En waarom er meteen nog een paar andere covers tegenaan plakken? Le Freak van Chic en Wild Cherry’s doodgedraaide Play That Funky Music. Zelfs de meest gemakzuchtige bruiloften- en partijen- dj zou het niet in zijn hoofd halen die nummers na elkaar te draaien. En daar was dan toch de eerste gast. Maceo, Maceo scandeerde Prince. Echt, Maceo Parker?

Waren we net zo blij eens een North Sea Jazz zonder Maceo Parker of Tower Of Power mee te maken, neemt Prince hem mee! En daar kwam hij hoor, die herkenbare maar inmiddels gruwelijk voorspelbare, weinig fantasievolle hoge tenortoon. Hij blies ze achter elkaar op verzoek van zijn nieuwe broodheer en toen hij na een minuut of tien, en zijn eigen Pass The Peas, met een verveeld handje naar het publiek aangaf er genoeg van leek te hebben haalde Prince hem doodleuk nog een paar keer terug.

Inmiddels kregen we na die ellenlange discomedley, verweven met zijn Controversy zowaar twee eigen Prince nummers. Pop Life en Musicology. Maar de vaart ging er al snel weer uit. Twee zangeressen mochten wat zingen voordat Prince de boel wilde oppeppen met Love Bizar. Het liep al tegen drie uur, en van echte grandeur was nog altijd geen sprake. Heb je zo’n enorme lijst met prachtnummers, ga je slappe disco spelen. Daar kon ook de tweede gast, de eerder op de avond zelf optredende Larry Graham ook weinig aan veranderen. Graham had zijn eigen set al opgeleukt met een paar klassieke hits van zijn oude broodheer Sly Stone, en bracht nu met Prince Everyday People. Best gezellig, maar niet genoeg.

Opluchting

Toen het half vier was en de band van het podium was dat eerder een opluchting dan een teleurstelling. Maar in de toegift alsnog een paar hits, al heeft Prince Purple Rain wel eens mooier, dwingender en vooral met meer interesse gezongen dan nu. Mogelijk krijgen we de komende avonden echt compleet andere Prince shows. Het is nog maar de vraag of ik daar bij mag zijn, maar ik ga wederom mijn uiterste best doen.

Het gevoel van teleurstelling overheerst nu al de hele dag. Verheug je je zo op de man die echt het verschil kan maken, krijg je dit. En wat zo goed voor het festival leek, zo’n topattractie, blijkt toch ook wat nadelen te hebben.

Zo is de Maas zaal, waar de Prince shows plaatsvinden, niet de in de lengte door midden gezaagde Ahoy, die het voorheen was, maar wordt de volle capaciteit van de Ahoy’ benut.

Goed voor Prince, maar voor de meeste andere artiesten die hier staan geprogrammeerd is de zaal zo echt een paar maatjes te groot.

Janelle Monáe bijvoorbeeld had echt een prima verzorgde show, met veel spektakel afgewisseld met zeer geconcentreerd samenspel, maar ze bleek toetaal niet berekend op zo’n grote galmhal. Het geluid was bij vlagen echt aanstootgevend. Wat was zo iemand in een kleinere zaal goed tot haar recht gekomen, denk je dan. Arme Amadou & Mariam, dat gaat straks helemaal mis daar, vermoed ik en ik ben er ook niet zeker van dat Kytecrash in zo’n immense zaal tot zijn recht komt.

We zullen het zien. Ik verheug me op Arve Henriksen om kwart over zeven in de Madeira zaal en Portico Quartet om half tien in Yenisi. Pas daarna ga ik me weer over Prince drukmaken.

de Volkskrant, 9 juli 2011

NRC Handelsblad, 10 juli 2001

Prince nacht twee: De overrompelende rocker

Door Saul van Stapele

Nadat vrijdagnacht Prince de funkdiscipel centraal stond in een uitgesponnen funkjamsessie, geeft hij zaterdagnacht in zijn tweede concert op North Sea Jazz 2011 ruim baan aan Prince de kermende en gierende rockster.

In rood pak en met een paars bloemetje in zijn hand speelt Prince aan het begin op een nog donker podium een gloedvolle live-versie van ‘Joy In Repetition’; een prachtige ballad met Prince die in de microfoon praat, hijgt, fluistert en kermt, zichzelf omarmt en zich vol drama afvraagt: ‘Why don’t you love me, baby?’. Het is de perfecte aftrap voor een openingstuk waarin de intense rockballad centraal staat en Prince zijn gitaar laat vonken, huilen, praten en lachen.

Het is ook het begin van een concert waarin Prince niet zijn stem vooral maar zijn gitaar in de schijnwerpers zet. Het instrument speelt de hoofdrol en wordt op een gegeven moment zelfs in het publiek geworpen; hoewel ooggetuigen op twitter stellen dat de beveiliging het daarna snel terug is gaan halen. Naast stem en gitaar is de derde hoofdrolspeler de saxofoon van funkvakman Maceo Parker, die zo vaak het podium opkomt voor een solo, dat talloze nummers onverbiddelijk iets teveel een Maceo-sausje krijgen. Dat deed diens vroegere werkgever, de strak zijn blazers in het keurslijf dirigerende James Brown, toch beter…

De vrijheid die Prince voelt tijdens zijn optredens, uit zich op diverse niveaus. Hij ziet zijn optreden meer als een jamsessie dan als de show van een grote popster. Bij een manke vertolking van jazzklassieker ‘The Look Of Love’ door een van de zangeressen, staat Prince er notabene bij op de tamboerijn te spelen. En soms hangt er op het podium de wat landerige sfeer van een soundcheck of besloten jamsessie, bijvoorbeeld bij rustig gegeven aanwijzingen aan de geluidsman. Prince verontschuldigt zich voor het geluid van zijn show op vrijdag, dat zo hard door de zaal raasde, dat bezoekers klaagden dat ze het concert verlieten om hun oren ter sparen. Het geluid is nu doorgaans oke, hoewel het zeker bij de gierende rock nog steeds loeihard is.

Hits niet in vertrouwde vorm

Prince heeft nog steeds nauwelijks de behoefte zijn grote hits te spelen. En als ze al voorbijkomen, het liefst niet in vertrouwde vorm. Na het aanzetje van ‘Alphabet St.’, bouwt Prince er met zijn band een razende turbofunkvariant van, waarin hij meer met zijn gitaar aan het zingen is dan met zijn stem. De gitaar gaat helemaal volle bak in een lang rockstuk aan het eind van het officiële deel van het concert, met o.a. het nummer ‘Guitar’, waarin zijn galmende gitaar en krijsende stem dichter bij dampende hardrock komen dan we doorgaans van Prince gewend zijn. De razende rock overtuigt vooral bij de solo’s waarin Prince vol gevoel zijn noten aanslaat en laat echoën, en de meer funky gespeelde stukjes. Wanneer de rock in overdrive gaat, verandert de zaal in een galmbak waarin alle gevoel verdrinkt.

Het festival lang wordt gespeculeerd over de gasten die bij Prince zullen optreden, en de concerten waar Prince zich wellicht zal laten zien. Behalve een schuwe schim in de coullissen bij het concert van Larry Graham, heeft Prince zich vooralsnog niet in het reguliere programma getoond, en vanavond is de gastartiest vooral Maceo, Maceo en Maceo. Zanger Seal komt weliswaar nog even voorbij voor ‘Mountains’, maar van hem wordt letterlijk na een couplet alweer de microfoon afgepakt door de grote meester, met de minzame woorden: ‘Thank you brother.’ Daar is de uitgang…

Het jamsessie-gehalte van de avond wordt versterkt door het grote aantal covers. Een funky ‘Come Together’ van The Beatles overtuigt; ‘Stand!’ van Sly & the Family Stone is solide maar weinig spannend en van ‘I Want You Back’ – eerder dit weekend wervelend vertolkt door Janelle Monáe – van The Jackson 5, had veel meer gemaakt kunnen worden. Het is een gemiste kans dat hier een zangeres de hoofdrol krijgt, waar juist een adaptatie door Prince van de zang van Michael Jackson spannend had kunnen zijn. In de toegift speelt Prince met zijn band een energieke ‘Johnny B. Goode’, op de instrumentatie van ‘Peach’. En ‘Disco (Heat)’ van Sylvester, samen met ‘Baby I’m A Star’ in een funky pompende jam met bijbehorende discovisuals.

Hij speelt plukkend groovy bas

De performer Prince is in topvorm; hij roept het publiek op met hem mee te gaan op zijn verrassende muzikale reis: ‘Put your camera down and participate!’ Speelt plukkend groovy op bas in funky ‘Dear Mr. Man’, met, wederom, Maceo. En geeft in een van zijn toegifts het publiek dat hem geduldig door zijn oeuvre liet slalommen, een bezielende uitvoering van ballad ‘The Beautiful Ones’ cadeau, waarin hij zowel in de lage toon als in zijn hoogste kermzang nog een extra dosis dramatiek weet te stoppen.

Prince had op deze avond natuurlijk meer kunnen doen met het enorme talent uit binnen- en buitenland dat zich deze dag op de festivallocatie verzamelde. Hij had een paar matte covers en optredens van zangeressen kunnen inruilen voor een van de talloze parels uit zijn eigen oeuvre. En had vaker het prachtige gitaarspel vol bezieling en gevoel wat meer de overhand mogen geven, in plaats van de nu ook wel heel vaak vaak opgetrokken muur van rockgeweld.

Maar Prince, die zijn drie optredens op North Sea Jazz duidelijk beschouwt als een drieluik waarin hij alle kanten op kan en mag en gaat, is door de keuzes die hij maakt, als muzikant honderd procent in zijn element. En op de beste momenten, de meest indringende ballad, of huiverende gitaartoon, of de rauwste funk, is het intense muzikale gevoel dat hij daar inlegt, overrompelend.

NRC Handelsblad, 10 juli 2011

de Volkskrant, 10 juli 2011

Twee keer Prince op North Sea Jazz: belabberd en imponerend

Prince - Antwerpen 08-11-2010 (vk.nl)

Prince eerder in Antwerpen

Het was door de organisatie van North Sea Jazz al aangekondigd. De nachtconcerten waarmee Prince elke festivaldag afsloot, zouden alle drie anders zijn. Maar dat het verschil zo groot was, kwam toch als een verrassing.

Vrijdagnacht, toen de popster uit Minneapolis een tienduizendkoppig Ahoy even na half twee welkom heette, stond in het teken van disco en funk. Het zou aardig kunnen worden als Prince zijn eigen catalogus had geraadpleegd, maar hij vergreep zich aan platgespeelde covers als Le Freak van Chic en Play That Funky Music van Wild Cherry. Voordat er een compleet liedje van hemzelf kwam, Pop Life, waren we al snel een uur verder. En het werd er niet beter op. Zelden zo’n belabberde Prince gezien.

Het geluid was erbarmelijk: veel te hard en lelijk afgesteld. Maar ook de repertoirekeuze, met te veel covers, hielp niet. Het concert ontaardde stilaan in een ellenlange jam, waarin weinig nuance te bespeuren was. Prince leek het net als zijn publiek, dat na anderhalf uur de tribunes al begon te verlaten, ook weinig naar zijn zin te hebben. Hij snauwde voortdurend over lichten die aan dan wel uit moesten, en liet net te vaak zijn gastmuzikant Maceo Parker opdraven om wat gaten te dichten met zijn weinig variatie brengende scheursax.

Toen er tegen vieren eindelijk enkele hits voorbijkwamen, was het te laat.

Zaterdag

Dat moest zaterdag anders, en het werd ook anders. De setlist kende geen enkele overlap. Het oogde al meteen een stuk beter op het podium, Prince had zijn zwarte pak vervangen door rood, en ook het geluid was iets beter.

Vanaf de eerste minuut wist Prince met weinig voor de hand liggend eigen werk de spanning vast te houden. Joy In Repetition en The Love We Make benadrukten dat deze nacht in het teken zou staan van zijn psychedelische gitaarrock. De bijdragen van Maceo Parker waren minder talrijk, en als enige gast mocht Seal Mountains zingen. Mooi was de manier waarop Prince Come Together van de Beatles gebruikte om zich met het publiek te verenigen, waar hij een avond eerder nog zo afstandelijk leek.

Sly Stone werd geëerd met een gloedvol Stand!, Michael Jackson met een minder I Want You Back. Maar het was vooral zijn eigen, wat onbekendere werk waarmee Prince imponeerde.

In de vorm van zaterdag is Prince een artiest die ver boven de rest uitstijgt. Zelfs een kleine inzinking (een discoversie van The Look Of Love door een van zijn zangeressen) kon de indruk niet wegnemen dat hij zich zaterdag wilde revancheren. Het leverde in de toegift een kippenvelmoment op, tijdens The Beautiful Ones.

de Volkskrant, 10 juli 2011

Algemeen Dagblad, 11 juli 2011

Verjongingskuur North Sea Jazz blijkt succesvol

Door Louis du Moulin

Met Prince is sowieso de koning van NSJ 2011 genoemd. Drie dagen en nachten lang waarde zin mysterieuze geest door het hele complex. Evenzovele keren bood ‘His Royal Badness’ ook wat van hem werd verwacht: een dampende freaky funkshow, opgehangen aan zijn messcherpe gitaarspel en gelardeerd met allerlei gastoptredens (van onder anderen supersaxofonist Maceo Parker, bassende funkroutinier Larry Graham en Seal).

Wie hoopte op een greatest-hitscarroussel, werd echter tot het uiterste getest. Zo gaf de ‘Midget from Minneapolis’ zaterdagnacht geen gehoor aan de roep om Purple Rain die al vroeg opsteeg uit de naar herkenning hunkerende meute voor zijn neus. Publieke ontevredenheid was er bij hem verder over de geluidskwaliteit, lang niet op elke plek in de Maaszaal naar wens. Dankzij de toegevoegde nachtconcerten van Prince boekte North Sea Jazz wel een bezoekersrecord: een kleine 80.000 in drie dagen.

Algemeen Dagblad, 11 juli 2011

Blues magazine, 11 juli 2011

Verslag North Sea Jazz Festival 2011 – Dag 3

Prince - North Sea Jazz 2011 - Blues Magazine 11-07-2011 (bluesmagazine.nl)

Door Jeroen Bakker

Veel vreemde, voornamelijk oninteressante verhalen deden de ronde over het bizarre eisenpakket waarmee PRINCE naar Rotterdam kwam. Feit is wel dat His Royal Badness zelf graag op het festival wilde spelen en het gerucht dat deze derde avond op losse schroeven stond vanwege het matige geluid op de voorgaande avonden, bleek ook aardig op waarheid te berusten. Toch is dan ver na middernacht het moment aangebroken waarop de zaallichten dimmen en er beweging op het podium valt te bespeuren. De vibe in de zaal is moeilijk te omvatten. Een groot deel heeft de gehele dag in festivalsferen verkeerd, een ander deel lag al om 12 uur ’s middags voor de deur te wachten en weer een ander deel komt okselfris de Maashal van Ahoy binnenwandelen. Veel bezoekers zullen vanavond onder het mom van ‘we zijn er nu toch’ de artiest voor de eerste keer gaan ervaren. Sommigen wagen zelfs een sprongetje van het eerste balkon om zich vervolgens een weg naar voren te werken. Er is al veel bekend over de afgelopen twee optredens die in zijn geheel van elkaar verschilden maar de onvoorspelbare Prince gaat vanavond weer compleet andere dingen doen dat staat vast. Grote vraag is ook of er nog gastoptredens zullen zijn van grote, op het festival aanwezige, namen. Het zal allemaal duidelijk worden in de komende anderhalf, twee of misschien wel drie uur.

‘North Sea, R U Ready 4 Me?’ Klinkt het meerdere malen. Het antwoord van de 9.000 aanwezigen laat zich raden. ‘North Sea, Sing 4 Me!’. De entree is indrukwekkend met de felle lichtshow, het geluid tijdens ‘Laydown’ is hard, het geheel is overdonderend. Prince regisseert alles ter plekke, ‘Turn The Light On’ of ‘Turn The Light Off’. Hij wenkt kort en onopvallend naar Maceo Parker wanneer hij sax wil. Zijn soepele bewegingen zijn nog altijd hetzelfde en dan die gitaarsolo’s…

Ongebruikelijke structuren, wendingen, uithalen, tempowisselingen, emoties, het gaat allemaal zo gemakkelijk, maar het gaat allemaal gepaard met gevoel. Duidelijk wordt nu ook waarom juist deze muzikanten hier op het podium staan. Het is een bovennatuurlijke intuïtie van een taal die maar weinigen begrijpen.

Tijdens ‘Brown Skin’ etaleert zangeres Shelby haar kwaliteiten. Het bereik is eveneens indrukwekkend en voor heel even doet de kleine man een stapje terug. Ook Andy Allo krijgt enige minuten spotlights op haar gericht. De Kameroenese zangeres oogt iets onzeker maar het applaus doet haar zichtbaar goed. De druk van haar broodheer is schijnbaar groot.

Blijkbaar niet helemaal tevreden over het geluid neemt hij na drie kwartier nog even tijd voor een soundcheck. Alles moet kloppen, niets mag aan het toeval worden overgelaten. De perfectionist maakt het zichzelf niet makkelijk maar toeval of niet, het geluid is inderdaad aanzienlijk beter.

Of er special guests klaar staan is niet bekend maar Prince heeft het vanavond helemaal onder controle. Hij is zich goed bewust van de omgeving en de verwachtingen. Het is hier geen Gelredome waar het volk hits wil horen. Prince begeeft zich op een pad dat een echte jazzliefhebber moet aanspreken. Voor de allereerste keer zal een obscuur b-kantje worden gespeeld. Nee sterker nog, worden geoefend. De band staat op scherp maar lijkt nauwelijks verrast. We zijn getuige van een componist aan het werk. De publieke participatie bestaat uit fingerknips en handclaps. Prince voelt zich oppermachtig en heeft het zichtbaar naar zijn zin.

Uiteindelijk zullen ruim twintig nummers de revue passeren en pas tegen het einde zullen enkele hits als ‘Controversy’, ‘Let’s Go Crazy’, ‘Take Me With U’, ‘Cream’ en ‘1999’ gespeeld worden. Na ‘Cool’ inclusief een stukje ‘Don’t Stop Till You Get Enough’ lijkt het dan toch echt voorbij. Het is bijna drie uur als de gehele band het podium verlaat maar voor de echte fans, veel bezoekers zijn vroegtijdig naar huis gegaan, is het nog niet genoeg. Het is dat het security-contrakt tot half vier van kracht is anders stonden ze er nu nog. Een voor een kwart gevulde zaal krijgt dan toch het dringende verzoek om de zaal te verlaten.

Prince vervulde zijn derde optreden op NSJ de mooiste droom van de echte fan terwijl de neutrale supporter toch nog enkele hitjes meekreeg. Prince bezorgde het North Sea Jazzfestival van 2011 na een stroef begin toch nog het verdiende slotstuk.

Blues Magazine, 11 juli 2011

Metro, 11 juli 2011

Prince - North Sea Jazz recensie - Volkskrant 09-07-2011 (vk.nl)

Prince tijdens zijn tweede optreden op North Sea Jazz afgelopen zaterdagnacht

Door Edwin van Dalen

Prince betovert tijdens tweede North Sea Jazz-show

Tweede nachtshow van Prince tijdens North Sea Jazz duidelijk een stuk beter dan de eerste van vrijdag • Hits bleven vrijwel uit, maar op geheel eigen wijze wist de artiest toch volledig te overtuigen

Na uren klikken en pagina’s verversen is het gelukt om een kaartje voor een van de nachtshows van Prince te bemachtigen en daar sta je dan, om kwart over één ’s nachts in Ahoy Rotterdam. Hij zou moeten beginnen, maar laat op zich wachten. Prince mag het, het voert de spanning ook alleen maar op. Daarbij, hoe eerder hij begint, hoe eerder het ook weer afgelopen is. En eigenlijk weet je stiekem al een beetje dat dit een ervaring moet gaan worden die voor eeuwig voort mag duren, ook al heb je negatieve verhalen gehoord over de eerste North Sea Jazz-show die de prins op vrijdag gaf. Vanavond niet, vanavond wordt het magisch.

De lichtman speelt met ons, als tegen twee uur de zaallichten een paar keer uit en weer aan gaan. De wave had de zaal al een paar keer doen opveren, maar dat is niets vergeleken bij de reactie op bandleden die het podium betreden en een kleine man in een rood pak die voor het eerst die nacht zijn gitaar betast. “Why don’t you love me baby?”, zingt hij de daaropvolgende tien minuten lang in het eerste nummer. Maar we houden wel van hem, wat hij ook doet. Zelfs als hij de eerder die avond al flink tegenvallende Seal het podium op laat komen om ‘Mountains’ mee te zingen. Gelukkig heeft Prince ook zelf snel door dat het nergens naar klinkt, dus claimt hij de microfoon om zelf het nummer voort te zetten.

Het duurt maar en het duurt maar, na drie nummers zijn we al ruim een half uur geleden op deze muzikale trip vertrokken. Er komt geen nummer voorbij waarin geen ruimte is voor op zijn minst één solo van een van de bandleden en als Prince daar zin in heeft, dan besluit hij ter plekke het nummer om te vormen naar ‘Come Together’ van The Beatles, om vervolgens weer zo’n tien minuten op dat thema voort te borduren. Een opgefunkte versie van ‘Alphabet St.’ volgt, waarmee iedereen die nog niet bij de les was er nu definitief bij getrokken wordt. Maar Prince besluit het direct weer over een andere boeg te gooien, door het baslijntje van ‘I Want You Back’ van The Jackson 5 te gaan hummen. De band neemt het direct over en achtergrondzangeres Shelby J voltooit de zanglijn.

De achtergrondzangeressen de ruimte geven om ook hun moment te pakken is één van de manieren waarop Prince de teugels af en toe iets laat vieren, wat in combinatie met rustige nummers aan het einde van de reguliere set zelfs iets teveel gebeurt. Het kakt iets in, maar Prince zou Prince niet zijn als hij na die basisset van dik anderhalf uur niet terug zou komen voor meerdere toegiften. Het begint met ‘Peach’, waarna hij zich afvraagt hoe laat het eigenlijk is en weer verdwijnt, om vervolgens terug te keren voor ‘The Beautiful Ones’, een nummer dat ongetwijfeld ook bij hem weer op de kaart is gezet dankzij de prachtige uitvoeringen van Beyoncé bij haar recente shows. Na een opzwepend disco-einde is het over, in ieder geval voor vanavond.

De grote hits kwamen niet voorbij, maar dit was Prince zoals ik hem niet eerder zag. Even betoverend als tijdens de stadionshow in het Gelredome vorig jaar, en evenveel het bewijs van dat Prince begrijpt wat optreden moet zijn: lol hebben, genieten, improviseren en ieder nummer spelen alsof het je laatste is. Soms gaat dat mis, zoals afgelopen vrijdag overduidelijk het geval was. Prince bood zaterdagnacht zelfs nog zijn excuses aan voor het geluid van de avond ervoor. Maar veel vaker gaat het bij Prince goed, zoals bij zijn tweede show in Ahoy gebeurde. En zondagavond gebeurt dat hopelijk ook, want dan zijn we er gewoon weer bij.

Metro, 11 juli 2011

NRC Handelsblad, 11 juli 2011

Prince laat al zijn muzikaliteit zien

Door Paul van Stapel

Prince - North Sea Jazz recensie - NRC 11-07-2011 (nrc.nl)

Prince liet zijn gierende gitaar vonken, huilen, praten en lachen

Niet alleen Prince, maar ook Kyteman en andere artiesten kozen op North Sea Jazz voor het avontuur in plaats van het getrouw spelen van hun hits.

Een devote funkdiscipel, een kermende rockster en een gloedvolle balladzanger; Prince beklemtoonde op North Sea Jazz 2011 elke nacht een ander aspect van zijn muzikale identiteit. Als meest besproken artiest van deze editie leek hij het jazzfestival dit weekend als een speeltuin te zien, waarin hij drie nachten lang door alle hoeken en gaten van zijn muzikale universum kon glijden, schommelen en klimmen.

Prince zette in de geest van het festival niet zichzelf maar de muziek in de schijnwerpers. Soms letterlijk, wanneer hij een bijrol verkoos terwijl anderen zongen en soleerden. En vaker figuurlijk, zoals zaterdagnacht met een gloedvolle live-versie van Joy In Repetition, als beginpunt van een show vol intense rockballads en dampende hardrock waarin hij zijn gierende gitaar liet vonken, huilen, praten en lachen.

Prince had nauwelijks de behoefte getrouw zijn grote hits te spelen. Van Alphabet St. bouwde hij een razende turbofunkvariant en van Peach mengde hij de instrumentatie met een energieke cover van Johnny B. Goode. Prince beschouwde zijn optredens – met een wel heel uitvoerige gastrol van funksaxofonist Maceo Parker – als een drieluik waarin hij alle kanten op kon, mocht en ging. Op de beste momenten – de meest indringende ballad, huiverende gitaartoon, of rauwe funk – was het intense muzikale gevoel dat hij daarbij toonde, overrompelend.

NRC Handelsblad, 11 juli 2011

Telegraaf, 11 juli 2011

Van Prince spat alle klasse af

Door Marcel Frost en Bart Wijlaars

Vrijdagnacht maakte de absolute ster van dit NSJ nog een wat gereserveerde indruk. Vlak voor tweeën begon Prince aan een reeks hits van zichzelf, anderen en onbekender werk. De klasse spatte er vanaf, maar de man die zich in de kleine uurtjes volledig kan verliezen hield zichzelf in bedwang. Een dag later bleek er een stijgende lijn in zijn optredens te zitten. Muzikaal en geluidstechnisch leverde Prince een nagenoeg perfecte show, al bevatte die voor onze smaak nu te veel rustpunten en te weinig eigen hits. Vast leuk voor de ware fan, minder voor de reguliere liefhebber. Maar de in het rood geklede superster wist het publiek minstens net zo in vervoering te brengen met klassiekers van collega-grootheden. Come Together van The Beatles bijvoorbeeld, of The Jackson 5-hit I Want You Back en Johnny B. Goode (Chuck Berry). En eind goed, al goed, de grootmeester sloot tegen vieren af met Baby I’m a Star van het album Purple Rain, volgens velen nog steeds zijn beste werk.

Telegraaf, 11 juli 2011

Trouw, 11 juli 2011

Prince: Overdonderende funkrevue.

Door Seije Slager

Het moment dat North Sea Jazz het best samenvatte vond niet plaats op een podium, maar bij de stand van een instrumentenhandelaar. Halverwege de vrijdagavond probeerde een jongen daar een digitale piano uit. Hij speelde een beetje afwezig, en wat er op dat moment in hem opkwam was niet een jazzriedel, maar de eerste akkoorden van een Princenummer.

Het North Sea Jazz stond dit jaar meer dan ooit in het teken van één artiest: Prince, die alle drie de dagen afsloot met concerten waarvoor je een apart kaartje moest kopen, en die al tijden stijf uitverkocht waren. Zeker op vrijdag voelde het daardoor bij sommige optredens aan of je naar een voorprogramma zat te kijken. Het was lang niet zo druk als andere jaren. Veel bezoekers die voor Prince kwamen, wandelden pas de loop van de avond Ahoy binnen. En of ze nu geïntimideerd door de grote naam van de nachtelijke headliner of niet, veel artiesten leken zich te schikken in hun rol van veredeld voorprogramma.

Ook Prince begint met zijn 53 jaar tot de veteranen te behoren. Maar nachtbraken kan hij nog altijd. Zijn set begon pas rond half twee en eindigde na vieren. Verrassing: hij had ook de legendarische saxofonist Maceo Parker meegebracht.

Een enkeling bromde verongelijkt dat Maceo Parker ieder jaar wel op North Sea Jazz te zien is. Een paar enkelingen bromden over het feit dat Prince nauwelijks hits speelde. Maar de meeste mensen zagen een overdonderende funkrevue, waarbij Prince wel degelijk hits speelde, alleen tot de toegift niet van hemzelf. Jimi Hendrix kwam langs, Marvin Gaye, en toen de pianiste ook nog Charlie Parker citeerde was duidelijk dat Prince het festival goed aanvoelde.

Met zijn set bracht hij een in strakke funkgrooves vervat eerbetoon aan de zwarte muziekgeschiedenis, niet aan zijn eigen oeuvre. Daarmee lukte hem wat haast niemand op North Sea Jazz lukt in de grote zalen, met hun rampzalige akoestiek: de aandacht van alle toeschouwers op zich te dwingen.

Zie daar maar eens overheen te komen. Dat bleek niet zo makkelijk; de zaterdag was nog een tikje matter dan de vrijdag.

En wat een verschil met de professionaliteit van Prince, die een paar uur later weer alles in het gareel kwam spelen. De man die in zijn eentje deze editie van North Sea Jazz moest dragen, en dat zonder moeite deed.

Trouw, 11 juli 2011

OOR, 12 juli 2011

NORTH SEA JAZZ 2011: PRINCE EN VELE ANDEREN

Door Kees Smallengange

…en toen kwam Prince naar North Sea Jazz en alles was anders. Zelden eerder heeft één artiest het hele festival zo gedomineerd, van tevoren en tijdens het festijn. Overal zou hij opduiken was de verwachting, al zijn muzikale vrienden spelen immers op de diverse podia. Maar wij ontwaren hem nergens, alleen even backstage op het videoscherm tijdens Graham Central Station, de megafunkformatie van bassheld Larry Graham, die enige tijd deel uitmaakte van de Prince entourage.

Dag 1

En dan Prince, vanaf kwart voor twee ’s nachts. Wat de meest feestelijke North Sea afsluiter ooit belooft te worden blijkt een bizarre, stuurloze mengelmoes. Eerst gaan de lichten uit en aan en weer uit en aan enzovoort. Prince staat er met een zoveelste, zeer strak gedrilde samenstelling van The New Power Generation. Eigen repertoire genoeg dus, zou je denken. Maar nee, ook hier covers. Foxy Lady (oké), Pass The Peas (hmmm), Freak Out (huh?) en Play That Funky Music White Boy (wat???). Op zichzelf geen probleem met covers maar de uitvoeringen zijn zondermeer matig. Gelukkig ook wat wel doorwrocht eigen werk wat de sfeer weer opkrikt waardoor mensen even de vingers uit de oren kunnen halen. Meest gehoorde klacht is namelijk, zelfs onder hen met de indertijd wat uitgezakte symbol tattoos dat het geluid zo afschuwelijk hard staat. Zelfs op de tweede ring, honderden meters van het podium is het nog snoeihard. Geen idee of Prince zelf of zijn technici doof zijn maar dit grenst aan het criminele. Mensen, waarvan er vele al een hele festivaldag achter de rug hebben en dus niet meer helemaal helder zijn, willens en wetens blootstellen aan een gehoorbeschadiging. Gasten genoeg, zoals saxofonist Maceo Parker, die soms niet weet of hij nou wel of niet op het podium is gewenst dus telkens weer afdruipt. Tijdens Love Bizarre is Janelle Monáe even te gast maar die staat er echt verloren bij. Los van wat koortjes en getamboerijn doet ze eigenlijk niks. Wel een geslaagde gast is Larry Graham, kennelijk een van de weinigen die geen last heeft van de intimiderende strengheid van meester Prince. De eigen NPG-zangeressen voelen zich ook lekker vrij. Het voelt totaal misplaatst in de setlist maar Shelby J. doet een werkelijk fantastische versie van Dorothy Moore’s Misty Blue, een van de fraaiste southern soul ballads. Prince acteert de microfoon te blussen na deze zinderende voordracht. En dan komt er eindelijk nog enige lijn in de show met eigen liedjes en wat diepe jams. Er gingen geruchten dat Prince kon spelen zolang hij wilde maar na twee toegiften gaat om 4.00 uur subiet de stekker er uit.

Dag 2

Geen Prince voor ons dit keer, al laat OOR’s marketing man, die er wel bij is, weten dat het geluid wederom niet om aan te horen zo hard staat en de setlist compleet anders is dan de avond ervoor. Met een nadruk op rock.

Dag 3

Gelukkig weet Prince op zijn derde slotakkoord de feestvreugde eindelijk goed vast te houden. Het geluidsniveau is al wat aangenamer, hij begint gewoon op tijd en de setlist is begrijpelijk, goed gebalanceerd en hecht. Los van wat geklooi met de zaallichten is dit een prima show die weer zo’n tweeënhalf uur duurt. Wij zijn inmiddels veel te gaar om u gedetailleerd verslag te kunnen doen, maar prima uitvoeringen van Controversy, 1999, Nothing Compares 2 U en Raspberry Beret komen voorbij. Plus een fraaie Brown Skin (India.Arie) van Shelby J en een Michael Jackson-ode middels zijn Don’t Stop Till You Get Enough. Dat blijkt trouwens niet bewaarheid te worden. Ondanks dat het publiek zo’n drie kwartier vraagt, joelt en soms bijna smeekt om nog een toegift komt de man niet meer terug. Dat zal vast niet zijn eigen keuze zijn geweest maar een beslissing van de organisatie. De afterparties waar hij wellicht nog zal verschijnen laten we voor wat het is. De zeldzaam goed georganiseerde 2011 editie heeft ons al meer dan wel doorvoed.

OOR, 12 juli 2011

Jazzenzo, 13 juli 2011

Slotdag North Sea Jazz top ondanks Prince

Door Koen Graat

Concert Prince slecht uitgebalanceerd

‘North Sea, are you ready for me?’ zong Prince aan het begin van het nachtconcert waarmee hij zijn trilogie tijdens North Sea Jazz 2011 voltooide. Uiteraard was het publiek er na een uur wachten klaar voor om de megaster met open armen te ontvangen. Prince had vooraf aangekondigd dat hij drie verschillende shows zou geven. Wat er op vrijdag en zaterdag in Ahoy te beleven was, staat buiten deze recensie, maar het slotconcert op zondag was uitermate teleurstellend.

Dat had voor een groot deel te maken met de vreemde opbouw van het concert. ‘His Royal Badness’ begon met te lang uitgesponnen, log gespeelde en van cliches aan elkaar hangende rhythm & blues en hield dat ook nog eens ruim een uur vol. Erg vervelend dus. Enige vorm van leven ontstond er toen de funk van stal werd gehaald en ‘1999’ en ‘Let’s Go Crazy’ gretig door het publiek werden geabsorbeerd. Beide hits deden vermoeden dat de show nu echt begonnen was, maar helaas verdween Prince al weer snel in de coulissen.

Vooraf was flink gespeculeerd over de gastmuzikanten die de ster zouden vergezellen. Ook wat dat betreft waren de aanwezigen op zondag bepaald geen zondagskinderen. Er was niemand. Maceo Parker maakte wel deel uit van de band en werd door Prince regelmatig naar voren gesommeerd voor een solootje. Hij kwam slecht uit de verf, zelfs bij het intermezzo waarin hij zijn hit ‘Pass the Peas’ speelde, een moment waarop Prince backstage een nieuw pakje aantrok. Opgefrist en wel verscheen hij voor het blokje ‘gevoelige snaren’ met onder meer een bombastische, maar wel pakkende uitvoering van ‘Nothing compares 2 U’. En toen was het al weer tijd voor de toegift met een soort van medley rondom ‘Raspberry Beret’ waarin onder meer een eerbetoon werd gebracht aan Michael Jackson met ‘Don’t Stop’.

Met een flinke tweede toegift vol opzwepende hits had Prince de aangedane schade nog kunnen beperken, maar helaas. De trilogie was blijkbaar voltooid en dat terwijl hij zondag met zijn slecht uitgebalanceerde show niet veel verder was gekomen dan het voorspel. Leuk dat hij elke avond iets anders wilde doen, maar als je te weinig inspiratie of misschien wel kwaliteit hebt om zoveel tijd te vullen, dan maar liever drie keer hetzelfde en dan goed.

Jazzenzo, 13 juli 2011

Toegift: NRC Handelsblad, 6 juli 2011

Prins met drie levens

Prince - North Sea Jazz 2011 - NRC 06-07-2011 (nrc.nl)

Prince tijdens zijn optreden bij de Superbowl in 2007

Door Hester Carvalho

Prince speelt op North Sea Jazz drie nachten lang in de Maas. De artiest met de vele namen heeft drie levens: zakenman, artiest en natuurlijk vrouwenman.

De Zakenman

Prince (53) was een van de eersten die de mogelijkheden zagen van muziekdistributie via internet. Sinds de ‘bevrijding’ van zijn contract met Warner Music – waar de productieve Prince tot zijn ergernis niet meer dan één cd per jaar mocht uitbrengen en geen eigenaar was van de mastertapes – heeft hij ruim twintig cd’s uitgebracht, soms twee per jaar. De 5-dubbelaar Crystal Ball (1998) was uitsluitend via zijn website te bestellen, en latere cd’s, zoals Xpectations (2003), waren beschikbaar als download voor leden van zijn ‘music club’.

Zijn site was niet erg betrouwbaar – soms moesten mensen een jaar op hun bestelling wachten – en werd in 2006 opgeheven. Sindsdien heeft Prince weer een nieuwe mogelijkheid gevonden om cd’s te ‘verkopen’: door ze weg te geven. In 2007 sloot hij een overeenkomst met de Britse krant Mail on Sunday, die zijn nieuwe cd Planet Earth bij het dagblad gratis weggaf. Deze vorm herhaalde hij vorig jaar met de cd 20Ten, bij een aantal Belgische, Britse en Duitse kranten.

In 2010 sloot Prince zijn eigen website, LotusFlow3r.com, en verklaarde hij internet ‘passé’. Prince stelt zijn muziek niet beschikbaar aan downloadservices of Spotify. Ondanks teruglopende verkoop van zijn cd’s, en het uitblijven van hits, is hij inmiddels uitgegroeid tot de best betaalde live-artiest van dit moment. Voor zijn 21 optredens in Londen, in het O2-stadium in 2007, ontving hij het recordbedrag van 21 miljoen euro; voor een optreden op het Amerikaanse Coachella-festival, in 2008, kreeg hij 4,8 mijloen. De financiële crisis waar Amerika sinds 2008 in verkeert, laat hem, getuige het nummer Act of God (2010) niet onberoerd:

“Dirty fat banker sold a house today / Sold in auction wants the family out the way / Kick them on the street, cause he couldn’t pay the tax”

De Artiest

Een bruisende cocktail van rock, funk, soul, gospel en ballades, uitgevoerd door topmuzikanten, onder leiding van een zanger met de keel van een bronstige nachtegaal, die gaat speelt als Eric Clapton, George Harrison en Jimi Hendrix in één. De opkomst van Prince, begin jaren tachtig, wekte de nodige rumoer (welke serieuze muzikant droeg destijds visnetkousen, hoge hakken en eyeliner?). Maar in de eerste vijftien jaar van zijn carrière bleek iedere nieuwe Prince-cd een muzikaal ijkpunt: de brutale funk-rock van Purple Rain (1984), de hippie-funk van Around the World in a Day (1985), de nu eens minimalistische, dan weer uitzinnige stijl van Sign O’ The Times (1987), de ingehouden soul van Diamonds & Pearls (1991). Hits waren ‘1999′, ‘Cream’, ‘If I was Your Girlfriend’, ‘Raspberry Beret’ en ‘Let’s Go Crazy’.

Sinds hij, vanaf 1993, zijn cd’s zelf uitbrengt, werden de albums minder coherent. Nu Prince driedubbelcd’s of zelfs vijf-dubbelcd’s met ‘archiefmateriaal’ compileert, krijgt de fan weliswaar zicht op zijn muzikale ontwikkeling, maar verdwaalt hij ook regelmatig in de uitgesponnen jamsessies. Hoogtepunt van de recente Prince-geschiedenis is de cd Planet Earth (2007), waarin hij in uptempo nummers weer zijn ongebreidelde fantasie en bizarre interpuncties als handelsmerk laat herleven. Dat leidt tot opzwepende nummers als ‘Lion of Judah’ en ‘The One U Wanna C’, en enkele geslaagde ballades, waar Prince van oudsher patent op had (denk aan het door Alicia Keys gecoverde ‘How Come You Don’t Call Me Anymore’, uit 1982), als ‘Future Baby Mama’.

Ook na vijfendertig jaar en dertig cd’s is zijn muzikale gretigheid nog onovertroffen. Zijn concerten duren uren, en na afloop geeft hij meestal nog een afterpary waar nog eens uitgebreid gespeeld wordt. Voor Prince staat het musiceren voorop – vóór aanzien, hits of roem. Want, zoals hij als toegewijde Jehova’s getuige zingt in ‘No More Candy 4 U’ (2009):

“Nine out of ten mortals agree today; too much fame causes spiritual decay.”

De Vrouwenman

Prince schreef liedjes over geld, macht en oorlog, maar zijn favoriete onderwerp is al vierendertig jaar, op vijfendertig cd’s, in honderden liedjes: de verhouding tussen de seksen. Het was met het nummer ‘When Doves Cry’ dat hij in 1984 wereldwijd doorbrak en meteen zijn tekstuele visitekaartje afgaf. De manier waarop hij in dit liedje zijn eigen seksuele behoefte in een pseudo-Freudiaanse context presenteerde (‘Maybe I’m just like my father 2 bold / Maybe you’re just like my mother / She’s never satisfied’), bleek de blauwdruk van wat hij later – Freudiaans of niet -, nog vaker zou exploreren.

Inmiddels heeft Prince Rogers Nelson een naam hoog te houden, als het gaat om creatieve beschrijvingen van erotische verlangens. De perzik, de kers, slagroom, karamel, de chocoladedoos, de snoepwinkel – ze figureren alle als symbool voor zoete genoegens. Uit zijn teksten blijkt: Prince is geen luie minnaar. Hij is ‘Columbus op zoek naar onontgonnen gebieden’, kan het overal: op de stoel, de tafel, ‘even on a limousine floor’. Hij is onvermoeibaar: ‘We doen het tot je tattoos er duizelig van worden’. Hij is gewiekst: ‘Tonight we video / No one will ever know / We’ll erase the naughty bits’.

Hij is ruimdenkend: ‘Baby I don’t care what you learned in lovemaking school / U and me we ‘bout 2 jam / Make love like the first woman and man’. En, ten slotte, spiritueel: ‘Can U get me excited? / Excited enough 2 thank the God above 4 the human body’.

Prince had verhoudingen met beroemdheden als Kim Basinger, Sheila E, Vanity 6, Mayte Garcia, Susanna Hoffs (zangeres van The Bangles), Madonna, Carmen Electra, en actrice Sherilyn Fenn, en inmiddels met zangeres Bria Valente. Maar hoe intens ook, geen vrouw haalt het bij datgene waar Prince werkelijk bezeten van is. Hij bekent het op Planet Earth, met een gepijnigde oerkreet, in de onovertroffen ode aan zijn instrument:

“I love U baby… / But not like I love my guitar”

Prince speelt vrijdag 8 juli om 1.15 uur in de Maas, op zaterdag 9 juli om 1.15 uur in de Maas, en op zondag 10 juli om 23.45 uur wederom in de Maas.

NRC Handelsblad, 6 juli 2011

Complimenten/opmerkingen? Graag!