The Waterboys introduceren ’the big music’ op A Pagan Place

The Waterboys - The Big Music - Poster (waterboys.co.nf)

The Waterboys – The Big Music – Poster

I have heard
the big music
and I’ll never be the same

© Mike Scott

Inleiding

Deel 1 uit de 5-delige mini-serie ‘Klassieke uitgaven in de maand juni 1984‘.

Zoals eerder gemeld in het verhaal over Fisherman’s Blues, was A Pagan Place mijn favoriete plaat van The Waterboys. Het tweede album liet een grote verandering, of eigenlijk vooruitgang, zien ten opzichte van het debuut. Een korte terugblik op een prachtig album, dat één van de mooiste maanden in de popgeschiedenis zou inluiden.

The Waterboys

Het eerste album van The Waterboys was grotendeels een solo onderneming van Mike Scott. Het platenlabel zette de band in eerste instantie dan ook als The Waterboys featuring Mike Scott in de markt. Samen met Anthony Thistlethwaite en Kevin Wilkinson werden in november 1982 de eerste opnamen gemaakt. Toen het debuutalbum in 1983 werd uitgebracht bestond er eigenlijk nog steeds geen band.

Er werden in 1983 wel weer opnamen gedaan en een band begon zich te vormen. Naast de drie eerder genoemde namen, voegde Karl Wallinger zich bij het gezelschap en kon worden nagedacht over live optredens. Het allereerste optreden van The Waterboys vond plaats op 19 februari 1984.

A Pagan Place

The Waterboys - A Pagan Place (mikescottwaterboys.com)

The Waterboys – A Pagan Place

De opnamen voor het album begonnen al voordat de eerste single (A Girl Called Johnny) en het debuutalbum (The Waterboys) waren uitgebracht en de wereld voor het eerst van The Waterboys hoorde.

Twee opnamesessies hebben de meerderheid van de nummers voortgebracht:

  • november 1982 in de Redshop Studio in London
    opnamen met Mike Scott, Anthony Thistlethwaite en Kevin Wilkinson
  • september 1983 in de Rockfield Studio in Wales
    opnamen met Mike Scott, Anthony Thistlethwaite, Karl Wallinger en Kevin Wilkinson, later aangevuld met sessiemuzikanten

Het idee van Mike Scott om grootse meeslepende muziek te maken werd op A Pagan Place voor het eerst uitgevoerd en het werkte direct. Het is een indrukwekkend album geworden met prachtige, vaak ontroerende nummers. Mike Scott heeft een album gemaakt dat nog steeds opwindend en uitbundig klinkt.

De muziek en de sfeer op het album loopt uiteen van post-punk (maar dan met soul) via folk en rock naar extatische new wave. Wat na beluistering echter echt blijft hangen is de passie.

Church Not Made With Hands zet de toon direct. Rijk, ruimtelijk, enthousiast, vol en prachtige tekst.

She is in the head and heart
She is in the swing
She is in the seasons’ stately slow procession
Across great seas she travels
up through rising lands
She is everywhere and noplace
Her church not made with hands
Uncontained by man

© Mike Scott

De volgende twee nummers (All The Things She Gave Me en The Thrill Is Gone) gaan over het beëindigen of op het einde lopen van een relatie. Thematisch gezien zouden de nummers omgedraaid moeten worden. In The Thrill Is Gone wordt door de schrijver hardop gezegd wat beiden eigenlijk allang weten.

I’m too tired to deceive you
I can’t pretend there’s nothing wrong
Who’ll be the first to say it
that the thrill is gone
and we’ll never get it back

© Mike Scott

All The Things She Gave Me gaat eigenlijk over het moment daarna. Wat te doen met alles wat je samen hebt opgebouwd, gekregen en gegeven?

De eerste plaatkant wordt afgesloten door Rags. Een hoogtepunt in het oeuvre van The Waterboys en (dus) op dit album. Wat een power, wat een drive, wat een passie. Een ongekende rocker, die voortdendert. Het muzikale outro is prachtig en opwindend. Ik ben zo blij dat ik dit een keer live heb mogen zien (tijdens de toch al zo indrukwekkende An Appointment With The Waterboys tour uit 2012).

You and I are like two worlds
not meant to collide
Death to each other
in the unravelling of time
So tell me, how do you..how do you…
how do you…how do you like it?
What kind of…what kind of…
what kind of dream would you call it
to have one foot in Eden
one foot in Hell
to be always numb
plagued by demons
summoned by angels
at the same time endlessly?

© Mike Scott

Kippenvel!

The Waterboys - Eerste concert (mikescottwaterboys.com)

The Waterboys – Eerste concert

De originele B-kant van de plaat opende met het skiffle/folk achtige Somebody Might Wave Back. Leuke tekst overigens:

Somebody says
what are you waving at?
But what do I have to lose…
somebody might wave back

© Mike Scott

Het themanummer van de muziek van The Waterboys wordt samengevat in The Big Music, zie ook de tekst bovenaan dit artikel. Het optimistische nummer werkt aanstekelijk en is emblematisch voor wat onder “big music” moet worden verstaan.

Het volgende nummer Red Army Blues (officieel Red Army ★ Blues genoemd op de hoes) is een belangrijk nummer, niet alleen voor The Waterboys.

Waarom? Toen het album uitkwam was de Koude Oorlog op het hoogtepunt aangekomen. Het wederzijdse wantrouwen was nog nooit zo groot en de algehele consensus was dat een kernoorlog onvermijdelijk was. Het knappe van het nummer is dat het een menselijk gezicht gaf aan Rusland en haar jongeren, met een verhaal dat teruggrijpt op de laatste grote oorlog (voor het Westen dan): de Tweede Wereldoorlog. De tekst is mooi, inlevend en neemt de luisteraar mee naar die tijd. Een wereldprestatie.

When I left my home and my family
my mother said to me
“Son, it’s not how many Germans you kill that counts
It’s how many people you set free”
So I packed my bags and I brushed my cap
and I walked out into the world
Seventeen years old,
never kissed a girl

© Mike Scott

Voor de liefhebber. Mocht je de gehele tekst willen lezen, klik hieronder.

N.B: Later veranderde Mike Scott de zin “Son, it’s not how many Germans you kill that counts / It’s how many people you set free” in “Son, it’s how many Germans you kill that counts / Go set your country free”. Het schijnt dat Mike Scott de zin veranderde nadat hij was bekritiseerd over de initiële zin, die als idealistisch en onrealistisch werd gezien. (met dank aan Michael Atkinson voor de info).

Het nummer was al eerder uitgebracht op de B-kant van de 12-inch voor het nummer December, dat in 1983 was uitgebracht. Het nummer is geïnspireerd door het boek The Diary of Vikenty Angorov.

N.B.: Op de één of andere manier heb ik altijd gevonden dat het nummer op de verkeerde plek stond op het album. Het had wellicht nog beter gewerkt als het de afsluiter van kant A zou zijn geweest.

Maar het mooiste is voor het allerlaatst bewaard. Een belachelijk goed nummer, dat mij tot tranen toe roert. Mike Scott’s manier van zingen, de muur van (akoestische gitaar) geluid, aangevuld met minimale percussie is ontzagwekkend en inspirerend. Als hij “Drink my soul dry / there is always more” en “Look into my face and see the heart of man” zingt, geloof ik hem.

The Waterboys - A Pagan Place - Reclame (waterboys.co.nf)

The Waterboys – A Pagan Place – Reclame

Recensie

Na A Pagan Place kon niemand meer om The Waterboys heen. Naast The Cure, The Clash, U2, Echo & The Bunnymen en Simple Minds was er nog een band opgestaan die het in zich had een groot publiek aan zich te kunnen binden zonder het artistieke talent te verkwanselen. Het talent was overduidelijk, de passie ongeëvenaard en de nummers te goed. De muziek, de band en het album zijn oprecht.

In tegenstelling tot veel van de muziek uit die tijd, klinkt A Pagan Place nu, 35 jaar later, op geen enkele manier gedateerd. Dat komt voor een deel door de passie, maar met name ook door het gebruik van analoge instrumenten. The Waterboys zou hun hele carrière tijdloze muziek blijven maken.

Release datum

Het is lastig de precieze release datum van A Pagan Place vast te stellen. De consensus is dat dit in juni 1984 moet zijn geweest (één van de belangrijkste maanden aller tijden qua plaatuitgaven). In de liner-notes van de heruitgave stelt Mike Scott zelf dat de uitgave heeft plaatsgevonden in juli 1984. Dit is echter onjuist Ik heb een tijd geleden een bron gevonden (een site met teksten van de nummers), die stelt dat dat 29 mei 1984 moet zijn geweest. Dat is zeker een mogelijkheid. Ik heb de datum vastgesteld op 1 juni 1984. Enerzijds vanwege de algehele consensus dat de uitgave in juni moet zijn geweest én het feit dat op 2 juni de eerste advertenties en recensies verschenen waarin het album wordt aangeprezen.

The Waterboys - A Pagan Place - Singles (discogs.com)

The Waterboys – A Pagan Place – Singles

Singles

Van het album zijn drie singles getrokken:

  • The Big Music
  • Church Not Made With Hands
  • All the Things She Gave Me

De laatste twee zijn niet uitgebracht in het Verenigd Koninkrijk.

Nummers

Alle nummers geschreven en geproduceerd door Mike Scott, tenzij anders aangegeven

Nummer Opnamen Muzikanten
Church Not Made With Hands Island, herfst 1983
Advision, voorjaar 1984
Roddy Lorimer: trompet
Mike Scott: zang, gitaar, bellzouki, piano
Anthony Thistlethwaite: bas, saxofoon
Kevin Wilkinson: drums
All The Things She Gave Me Redshop, november 1982
Farmyard, voorjaar 1984
Tim Blanthorn: viool
Nick Linden: bas
Mike Scott: zang, gitaar, bellzouki, piano
Barbara Snow: trompet
Anthony Thistlethwaite: saxofoon
Kevin Wilkinson: drums
TV Smith, Ingrid Schroeder, Karl Wallinger: achtergrondzang
The Thrill Is Gone Redshop, november 1982 Tim Blanthorn: viool
Mike Scott: zang, piano, gitaar, Rhodes piano, bas
Kevin Wilkinson: drums
Rags Rockfield en Farmyard, herfst 1983
Maison Rouge, voorjaar 1984
Roddy Lorimer: trompet
Mike Scott: zang, bellzouki, gitaar, bas
Anthony Thistlethwaite: saxofoon, bas
Karl Wallinger: Hammond orgel
Kevin Wilkinson: drums
Somebody Might Wave Back Redshop, begin 1984 Mike Scott: zang, gitaar, mandoline, vibra-slap
Karl Wallinger: piano, conga
The Big Music Rockfield en Farmyard, herfst 1983 Roddy Lorimer: trompet
Eddi Reader: achtergrondzang
Mike Scott: zang, bellzouki, gitaar
Anthony Thistlethwaite: saxofoon, bas
Karl Wallinger: piano
Kevin Wilkinson: drums
Red Army Blues Redshop, november 1982 Ingrid Schroeder: achtergrondzang
Mike Scott: zang, gitaar, piano, bas
Anthony Thistlethwaite: saxofoon, mandoline
Kevin Wilkinson: drums
A Pagan Place Rockfield en Farmyard, herfst 1983 Roddy Lorimer: trompet
Mike Scott: zang, bellzouki, gitaar
Anthony Thistlethwaite: saxofoon
Karl Wallinger: piano
Kevin Wilkinson: drums

N.B.:
Een bellzouki is een twaalfsnarige elektrische gitaar, die in de jaren (19)60 door de firma Danelectro werd gemaakt.

Bellzouki (pinterest.com)

Bellzouki

Heruitgave

De heruitgave uit 2002 bevatte een aantal extra nummers, waarvan Some Of My Best Friends Are Trains tussen Rags en Somebody Might Wave Back was geplaatst.

Mike Scott schreef in de liner-notes:

For this re-issue I’m delighted to include several tracks that weren’t selected then, and to restore the unedited versions of “All The Things She Gave Me” and “The Thrill Is Gone”. These two songs were cut at Ensign’s insistence in order to keep the lengths of the album sides down to 21 or 22 minutes (for sound quality reasons). But the full length versions have always been the “real” ones to me, and now, at last, they can be released.

© 2002 Mike Scott

The Waterboys - A Pagan Place - Heruitgave (stereomembersmagazine.com)

The Waterboys – A Pagan Place – Heruitgave

Ter afsluiting

Met de uitgave van A Pagan Place eisten The Waterboys hun plek op in de muziekwereld van de jaren (19)80. Het volgende album This Is The Sea en de single The Whole Of The Moon zouden de belofte inlossen. Hierna verliep de carrière van The Waterboys anders dan de mannen in pakken wilden. Zie ook het verhaal over Fisherman’s Blues.

Wat vind jij van The Waterboys en van A Pagan Place in het bijzonder? Laat het weten!

Video/Spotify
Bij dit verhaal is een video opgenomen. Klik op de volgende link om deze te zien: Video: The Waterboys introduceren ’the big music’ op A Pagan Place. De A Pop Life afspeellijst op Spotify is ook aangepast.

2 reacties

  1. Waterboys….geweldig!!!

    1. Zeker weten!

Complimenten/opmerkingen? Graag!