Introductie
In 1988 schokten The Waterboys de muziekwereld met de uitgave van hun nieuwe album Fisherman’s Blues. Weg was de ’big music’, waar voorman en belangrijkste componist Mike Scott zo lang aan had gewerkt, het geluid waarmee de band steeds meer liefhebbers aan zich had gebonden. Iedereen was ervan overtuigd dat The Waterboys met hun eerst volgende album definitief zouden toetreden tot de aller-, allergrootsten in de muziekwereld. Het liep allemaal anders.
The Waterboys
In 1983 richtte de Schotse muzikant Mike Scott de band The Waterboys op. De naam verwijst naar een regel uit het Lou Reed nummer The Kids (…And I am the Water Boy…). In maart 1983 verscheen de eerste uitgave van de nieuwe band: de single A Girl Called Johnny, dat een eerbetoon is aan Patti Smith. In mei 1983 treedt de band voor het eerst op: in het legendarische Engelse televisieprogramma Old Grey Whistle Test. Ten tijde van dat optreden is keyboard speler en zanger Karl Wallinger net toegetreden tot de band. In juli wordt het debuutalbum van The Waterboys uitgebracht: The Waterboys.
De band ging op een uitgebreide tournee en werkte aan de opvolger, die in juni 1984 werd uitgebracht: het prachtige A Pagan Place. Het nieuwe album werd voorafgegaan door een single: The Big Music.
De titel werd (door de pers) gebruikt om de muziek van The Waterboys te duiden: groots, meeslepend en emotievol. Na de uitgave werd er weer getoerd en vond het eerste optreden op het fameuze Glastonbury Festival plaats.
Opnamen voor de opvolger startten begin 1985. Aan het einde van de sessies werd Steve Wickham gevraagd viool te spelen op The Pan Within (Scott had hem bij Karl Wallinger thuis horen spelen op een Sinéad O’Connor demo). De toevoeging van Steve Wickham zou verregaande consequenties (gaan) hebben op de toekomst van The Waterboys en de muzikale route.
In oktober 1985 werd het derde album van The Waterboys uitgebracht: This Is The Sea, door velen beschouwd als het beste tot dan toe (voor mij bleef A Pagan Place favoriet). Het verkocht vele malen beter dan de beide voorgangers. De, overigens prachtige, single The Whole Of The Moon werd een hit in grote delen van Europa en Azië.
Voor de volgende tour werd de band uitgebreid met Steve Wickham. Binnen de band ontstond steeds meer frictie, voornamelijk ingegeven door het solistische gedrag van Mike Scott, die inbreng van anderen niet duldde. Karl Wallinger trok zijn conclusie en verliet The Waterboys om zijn eigen band te starten: World Party (waarover op een ander moment meer).
Intussen groeide de (muzikale) invloed van Steve Wickham. Scott verhuisde naar Dublin en raakte steeds meer beïnvloed door Ierse volksmuziek, country en gospel. De nieuwe “Raggle Taggle band” line-up, zoals Scott het noemde, droeg zorg voor een tour door het Verenigd Koninkrijk en Europa in 1986.
De band speelde op 19 mei 1986 op het Nederlandse Pinkpop Festival en later wederom op het Glastonbury Festival. De concerten toonden aan dat de muziek aan het veranderen was. De invloeden die Scott aantrokken werden al in de muziek verwerkt en leverden prachtige, geïnspireerde sets op. In 1998 werd een dwarsdoorsnede van deze “Raggle Taggle band” concerten uitgebracht op de indrukwekkende dubbel-cd The Live Adventures Of The Waterboys (zie de pararaaf verder op in dit artikel).
Alles wees erop dat Scott klaar was met zijn big music, iets wat hij (later) ook openlijk stelde:
I had got bored with rock and I particularly hated the process of making rock music in the 80s. The clicky drums, the snare drum drenched in echo. You could even hear it on a couple of Waterboys songs where I was battling not to be blighted. Even the promo photos that bands would do against mottled backdrops, looking goody-goody. I just fucking hated all of that.
Mike Scott
The Waterboys gingen een nieuwe richting in.
Fisherman’s Blues
Op 17 oktober 1988, drie jaar na This Is The Sea, werd Fisherman’s Blues uitgebracht (nummer 18 in mijn album top 50). Ik weet niet waarom, maar ik kocht het destijds ’pas’ op 3 november 1988.
Zoals al aangegeven, was dit album geheel anders dan alles wat daarvoor was gekomen. De big music werd ingeruild voor kleinere liedjes en uitvoeringen: less is more. De tegenstelling had bijna niet groter kunnen zijn. Destijds was het (in het geheel) niet gebruikelijk voor (veelbelovende) popmuzikanten om een nieuw geluid te produceren dat bestond uit Ierse volksliedjes, folk, blues, gospel en country. Nogmaals: aan het einde van 1985 stonden The Waterboys aan de vooravond van een grote international doorbraak. Single The Whole Of The Moon had de band geïntroduceerd bij het grote publiek, dat meer (van hetzelfde?) wilde. Scott’s idool Bob Dylan zelf noemde Scott “the new poet laureate of rock ’n’ roll”.
De pers begreep niets van de nieuwe richting en velen schreven het nieuwe album direct af. Scott zegevierde uiteindelijk, want Fisherman’s Blues werd het bestverkochte album van The Waterboys, tot nu toe.
Ontstaansgeschiedenis
Waarom zit er drie jaar tussen This Is The Sea en Fisherman’s Blues? Alleen al in 1986 werden genoeg nummers opgenomen voor een compleet album.
De grootste oorzaak lag in de, voor Mike Scott, compleet nieuwe manier van werken. Steve Wickham: “I remember we once played all the way to Glastonbury, did the gig and couldn’t wait to get on the bus and start playing again. It was a vibe amongst Irish musicians: ’I am a musician, I play.’ But for Mike – who’d never experienced this in the London rock scene – it was revelatory.”.
De bedoeling was dat Mike Scott een paar weken zou logeren bij Steve Wickham in Dublin, maar de vrijheid en het feit dat hij “far away from dry land and its bitter memories” was, deed hem besluiten naar Dublin te verhuizen. Het klikte tussen Scott en de Ierse muziek. Scott bleef maar schrijven, nummer na nummer na nummer. Op de eerste opnamedag (23 januari 1986) werd al genoeg materiaal opgenomen voor een heel album. Daaronder ook het nummer Fisherman’s Blues, dat tijdens de Europese festival tour van 1986 al werd gespeeld (zo ook op Pinkpop 1986).
Het samenspelen was echter zo inspirerend dat de opnamesessies maar voortduurden. Tijdens de opnamen kwamen verschillende muzikanten en producers langs, die allen bijdroegen aan het uiteindelijk geheel: honderden (!) opgenomen nummers (en versies van nummers) voor het vierde album van The Waterboys.
Naderhand verzuchtte Scott: “If only I’d known we had enough for a really great album by then. But I was still searching.”. De zoektocht naar het juiste gevoel werd bij tijden wel erg lang. Het nummer In Search Of A Rose werd maar liefst 99 (!) keer opgenomen.
Maar, het resultaat mag er dan ook zijn. Het titelnummer, waarmee het album ook opent, zet direct de juiste sfeer van het album: geïnspireerd, gedreven, melancholisch en toch opwekkend. Het hele album ademt de sfeer van samenzijn, samenspelen en plezier uit. Niet onlogisch dat Mike Scott verslaafd raakte aan deze manier van werken.
Spiddal House
De opnamen die liepen van 30 maart tot en met 2 juni 1988 in Spiddal House, Galway, behoren tot de favoriete periode van de band en Scott. De omgeving was idyllisch. De bandleden leefden in vakantiehuisjes in de omgeving van Galway. Ze fietsten naar en van de opnamesessies. Met name Mike Scott kijkt met liefde terug op deze periode van The Waterboys. Met de opname van het nummer The Stolen Child, een gedicht van W.B. Yeats voorgedragen door Tomas Mac Eoin, voorzien van muziek van de hand van Scott, kwamen de opnamesessies voor het album Fisherman’s Blues tot een einde.
N.B.: In 2001 zou The Waterboys het prachtige album An Appointment With Mr. Yeats uitbrengen: W.B. Yeats gedichten op muziek..
Later zou Mike Scott toegeven dat hij het overzicht een beetje uit het oog was verloren, en dat Scott uitgeput was van twee jaar opnemen en bijschaven. Nu begon het moeilijke werk om de honderden opnamen terug te brengen naar een album. Scott vond het het moeilijkste dat hij ooit heeft moeten doen. Hij was dan ook ietwat gefrustreerd dat hij zoveel moest laten liggen (dit werd later overigens ruimschoots goedgemaakt).
Nummers
Alle nummers geschreven door Mike Scott, tenzij anders aangegeven.
- Fisherman’s Blues *
- We Will Not Be Lovers
- Strange Boat †
- World Party #
- Sweet Thing $
- Jimmy Hickey’s Waltz ‡
- And a Bang on the Ear ‡
- Has Anybody Here Seen Hank
- When Will We Be Married trad., †
- When Ye Go Away
- Dunford’s Fancy ^
- The Stolen Child gedicht van W.B. Yeats
- This Land Is Your Land ¥
Geschreven door | ||
---|---|---|
* | Mike Scott, Steve Wickham | |
† | Mike Scott, Anthony Thistlethwaite | |
# | Mike Scott, Trevor Hutchinson, Karl Wallinger | |
$ | Van Morrison | |
‡ | Mike Scott, Steve Wickham, Anthony Thistlethwaite | |
^ | Steve Wickham | |
¥ | Woody Guthrie |
Singles
Er zijn twee singles uitgebracht van het album: Fisherman’s Blues en And A Bang On the Ear (een term die vertaald kan worden naar a peck on the cheek).
Recensie
Eerlijk is eerlijk, ik was in eerste instantie ook wat teleurgesteld in dit album. Het, overigens fantastische, Pinkpop concert van 1986 had natuurlijk al een belangrijke aanwijzing moeten zijn voor de richting die Scott op zou gaan. Maar ik wilde meer van wat daarvoor was, en dan met name nummers als A Girl Called Johnny, Savage Earth Heart, Rags, Red Army Blues, A Pagan Place, The Whole Of The Moon, Spirit, Old England en This Is The Sea.
Het duurde echter niet lang voordat Fisherman’s Blues mijn favoriete album van The Waterboys werd. Ik draai het regelmatig en heb alle vervolguitgaven gekocht. Zodra de eerste noten van het nummer Fisherman’s Blues klinken word ik vrolijk en heb ik zin om het hele album weer te horen. Van begin tot eind is het album fantastisch. De rijke muziek, de prachtige teksten en algehele sfeer maken dit album onweerstaanbaar. Dit album kan niet genoeg worden aanbevolen!
I wish I was a fisherman, tumblin’ on the seas
far away from dry land and it’s bitter memories
castin’ out my sweet line with abandonment and love
no ceiling bearin’ down on me save the starry sky above
with light in my head with you in my arms…© 1988 Mike Scott/The Waterboys
Het vervolg: Fisherman’s Blues delen 2, 3, 4 en 5
Zoals al eerder aangegeven was Mike Scott behoorlijk gefrustreerd dat hij zoveel moest weglaten van de opnamesessies rondom zijn meesterwerk. Er zijn, gelukkig, alsnog wat vervolguitgaven gekomen die delen van die opnamen alsnog beschikbaar stelden. Er volgden in totaal nog 4 uitgaven, waarop opnamen uit de periode 1986 – 1988 verschenen, hetzij live of uit de studio:
- The Live Adventures Of The Waterboys (1998)
- Too Close To Heaven / Fisherman’s Blues, Part Two (2001)
- Fisherman’s Blues, Collectors Edition (2006)
- Fisherman’s Box (2013)
The Live Adventures Of The Waterboys
Dit live dubbelalbum werd uitgebracht in augustus 1998. Mike Scott noemt deze uitgave een bootleg, omdat de maatschappij die het album uitbracht geen royalties meer betaalde aan Scott, maar het album wel bleef verkopen. Initieel maakte het album onderdeel uit van de officiële discografie (te vinden op mikescottwaterboys.com), maar is daaruit verwijderd toen de betalingen stopten.
Nadat ik het album had gekocht, was het niet weg te slaan uit mijn speler. Ik was (en ben nog steeds) helemaal weg van dit album. Nog los van het feit dat Purple Rain, van persoonlijke favoriet Prince, erop staat (overigens opgenomen tijdens het Pinkpop 1986 optreden), staat het album vol met gloedvolle versies van Fisherman’s Blues, This Is The Sea, We Will Not Be Lovers (“dedicated to Atilla the Hun, Adolf Hitler, Michael Heseltine, the Blue Meanies, the Joker, the Incredible Hulk, Mrs.Thatcher”) en het complete Glastonbury 1986 concert (met onder andere een geniale versie van Old England). Ik herinner me nog goed dat ik dit album op cassette had opgenomen voor de vakantie in Turkije in 1999. Ik zie me nog zitten in de tuin met dit album op de walkman. Op en top genieten!
Vanwege de rechtenkwestie is het album niet meer verkrijgbaar, maar mocht je het tegenkomen: kopen, direct. Van harte aanbevolen!
Too Close To Heaven / Fisherman’s Blues, Part Two
Op 24 september 2001 werd de verzamelaar Too Close To Heaven uitgebracht. Het bevatte opnamen die waren gemaakt tijdens de Fisherman’s Blues sessies. Een lang gekoesterde wens van Mike Scott kwam uit. Destijds had hij moeite met het laten afvallen van nummers bij het samenstellen van Fisherman’s Blues. Dit was de eerste kans die hij had om extra nummers uit te brengen en hij greep deze met beide handen aan.
Voor de Amerikaanse markt werd Too Close To Heaven op 9 juli 2002, bijna een jaar later,uitgebracht onder de naam Fisherman’s Blues, Part Two. Het album bevatte vijf extra nummers, waaronder een live versie van Too Close To Heaven, dat werd opgenomen tijdens een concert in Paradiso, Amsterdam op 19 november 2001.
Fisherman’s Blues Collectors Edition
Volgens allmusic.com werd de Fisherman’s Blues Collectors Edition op 29 augustus 2006 uitgebracht. In andere (Europese) bronnen worden de maanden mei en juni genoemd. De precieze datum kan ik niet achterhalen. Duidelijk is wel dat in 2006 Fisherman’s Blues in geremasterde vorm werd uitgegeven. De Collectors Edition bevatte een bonus cd met, wederom, opnamen uit de Fisherman’s Blues sessies.
Mike Scott was opnieuw de archieven in gedoken en kwam weer met een lading opnamen die hij wilde laten horen. De recensies, met name over het extra werk, uit die tijd waren laaiend enthousiast. Het bevestigde nogmaals de status die Fisherman’s Blues in de tussentijd had gekregen.
Fisherman’s Box
Op 14 oktober 2013 werd Fisherman’s Box (met subtitel The complete Fisherman’s Blues sessions 1986-88) uitgebracht. Een 6 cd’s tellende box met 121 opnamen uit de Fisherman’s Blues sessies. Het hele proces is goed te volgen op de box. Ondanks het feit dat de box lang niet alles bevat van wat er is opgenomen, is dit al een uitputtingsslag. Het maakt invoelbaar hoeveel werk en moeite het moet hebben gekost om Fisherman’s Blues samen te stellen uit die honderden en honderden uren aan opnamen.
Het geheel geeft overigens wel een grondig inzicht in de reis die Mike Scott doormaakte. Hij duikt steeds dieper en dieper in de volksmuziek, folk en country. De instrumentatie wordt steeds meer rudimentair. Het is een verbijsterend mooi document van een band op zoek naar iets anders, iets nieuws. Het is overigens ook ontroerend (of opvallend) hoe de verschillende fases bijeen worden gehouden door die ene bepalende factor: Mike Scott’s prachtige/krachtige stem, die uit duizenden herkenbaar blijft.
Ik kan me voorstellen dat de Fisherman’s Box niet voor iedereen is, maar een beetje liefhebber van The Waterboys, en met name van Fisherman’s Blues, kan deze box absoluut waarderen.
N.B.: Fisherman’s Box bevat niet het uiteindelijke Fisherman’s Blues!
Muzikanten
Op de hoes staat een deel van de bij het album betrokken producers en muzikanten. De complete lijst van muzikanten en zangers dat heeft meegewerkt aan de Fisherman’s Blues opnamen is:
- Mike Scott – zang, gitaar, piano, Hammond orgel, drums, bouzouki
- Anthony Thistlethwaite – saxofoon, mandoline, harmonica, Hammond orgel
- Steve Wickham – viool
- Trevor Hutchinson – bas
- Roddy Lorimer – trompet
- Kevin Wilkinson – drums
- Peter McKinney – drums
- Dave Ruffy – drums
- Colin Blakey – piano, fluit
- Fran Breen – drums
- Vinnie Kilduff – gitaar
- Noel Bridgeman – tamboerijn, conga’s
- Jay Dee Daugherty – drums
- Máirtín O’Connor – accordeon
- Alec Finn – bouzouki
- Charlie Lennon – viool
- Brendan O’Regan – bouzouki
- Tomás Mac Eoin – zang
- Paraig Stevens – glockenspiel
- Jenny Haan – zang
- Ruth Nolan – zang
- Rachel Nolan – zang
- The Abergavenny Male Voice Choir – zang
Na Fisherman’s Blues
De band toerde met Fisherman’s Blues en ging terug naar Spiddal House voor de opnamen van de opvolger. Het fantastische Room To Roam werd uitgebracht in september 1990. Er was helaas wel onderlinge frictie over de toekomst van de band. Scott wilde toch weer iets meer rock invloeden. Steve Wickham vertrok nog voordat Room To Roam werd uitgebracht. De opvolgende tour werd met steeds meer huurlingen volbracht. Eind 1991 was alleen Mike Scott nog over. Iedereen was vertrokken.
In 1993 kwam Dream Harder uit. De muziek was opgenomen met behulp van sessiemuzikanten. Toen Scott geen band kon samenstellen voor een tour, vertrok Scott naar New York en liet de naam The Waterboys voor wat het was: hij startte een solo carrière.
De solo carrière leverde twee mooie platen op: Bring ’Em All In uit 1995 en Still Burning uit 1997. Beide albums zijn erg goed, maar ze deden weinig tot niets.
Maar het was nog niet over voor The Waterboys. In 2000 werd de naam weer gebruikt: met het nieuwe album, A Rock In The Weary Land, een echt rock album, en een tour werd aangekondigd dat de band weer terug was. Het nieuwe geluid, dat zich het beste laat omschrijven als psychedelische rock, viel niet bij iedereen in goede aarde. In 2001 sloot Steve Wickham zich weer aan bij The Waterboys. In 2003 werd Universal Hall uitgebracht, dat een terugkeer liet zien naar Fisherman’s Blues achtige tijden. In 2005 verscheen live-album Karma To Burn, gevolgd door Book Of Lightning in 2007 en een verzameling van outtakes onder de naam Kiss The Wind in 2008.
Het laatste nummer dat werd opgenomen tijdens de tweejarige Fisherman’s Blues sessies was The Stolen Child, een nummer dat Mike Scott’s muziek combineerde met een gedicht van W.B. Yeats, de favoriete schrijver/dichter van Scott. Scott liep al jarenlang met het idee rond daar meer mee te doen. In 2010 was het dan zover. Van 15 t/m 20 maart 2010 werd de première van An Appointment With Mr. Yeats gehouden in het Abbey Theatre in Dublin, waar W.B. Yeats tijdens zijn leven nauwe banden mee had. Het werd een enorm succes in Ierland.
De album versie werd uitgebracht op 19 september 2011. Het is een hoogtepunt in de carrière van The Waterboys. Een rijk album met prachtige muziek en (uiteraard) teksten. Scott noemde het zelf “psychedelic, intense, kaleidoscopic, a mix of rock, folk and faery music”. De begeleidende tour, die op 17 maart 2013 Utrecht aandeed, was indrukwekkend en beschouw ik als een van de beste shows die ik van The Waterboys heb gezien.
In 2011 kwam ook het album In A Special Place – The Piano Demos For This Is The Sea uit, in 2012 gevolgd door Cloud Of Sound, een cd met onuitgebracht materiaal die werd verkocht tijdens concerten en door Scott persoonlijk waren genummerd (de oplage bestond uit 5000 exemplaren). In 2015 volgde Modern Blues, dat in 2017 werd opgevolgd door dubbelalbum Out Of All This Blue, dat ook verkrijgbaar is als drie-dubbelalbum. Scott is nog steeds uiterst creatief en productief.
Meer lezen?
Mocht je meer willen weten over The Waterboys, en Mike Scott in het bijzonder, beveel ik hierbij van harte de autobiografie van Mike Scott aan, die in 2012 verscheen onder de titel Adventures Of A Waterboy. Een goed geschreven, eerlijk, ontroerend verhaal. Net als veel van zijn muziek: aanrader!
Ter afsluiting
Ik heb The Waterboys inmiddels vijf keer live gezien en dat waren over het algemeen prachtige concerten. De band is altijd goed, Mike Scott prima bij stem en de nummers ook. Kortom: wat wil een mens nog meer?
Wat vind jij van The Waterboys en van Fisherman’s Blues? Laat het weten, dat wordt enorm gewaardeerd!
10 reacties
Ga naar reactie formulier
Geweldig mooi 🙂
Auteur
Zeker!
Prachtige band met heel veel mooie muziek. Ik ben met je eens dat nummers als The Whole of the Moon en A Girl Called Johnny vroegen om meer. Maar The Fisherman Blues is voor mij wel het mooiste nummer dat ze gemaakt hebben. Het raakt me direct midden in het hart.
Auteur
Begrijp ik helemaal. Inderdaad een prachtige band. Fisherman’s Blues is zeker favoriet. Mijn nummer één blijft toch wel A Pagan Place (het nummer). Prachtig!
Ik kende alleen de singles The Whole of the Moon en A Girl Called Johnny. Voor de rest niet veel gehoord van deze band. Je recensie is zodanig dat deze morgen in de auto aangaat voor een lange rit! Ik laat zeker weten wat ik er van vind!
Auteur
Graag, ik ben heel benieuwd wat je er van vindt!
Zoals beloofd deze vanmorgen via Spotify in de auto beluisterd en ik was aangenaam verrast.
Het was dan wel de Collector’s Edition, dus ik heb de hele rit alle tracks kunnen horen – inclusief de bonus.
Om eerlijk te zijn… “I’m into folk” en daar speelt deze plaat natuurlijk zeer goed op in.
Het is op sommige tracks een cross-over tussen folk en laten we het mainstream noemen, maar bij andere
tracks lijkt het bijna een trad-session waarbij de melodie heel erg vrij en ongeforceerd over komt.
Mijn favoriete tracks, als je dat zo kunt noemen na 1 keer luisteren :
Fisherman’s Blues
A Bang on the Ear
When will we be Married
Carolan’s Welcome (van de bonustracks) kende ik al in een versie van The Chieftains, maar deze is
absoluut goed!
Misschien dan meteen een leuke aanrader om eens te luisteren : The Long Black Veil van The Chieftains!
Verrassend divers met gastoptredens van Mark Knopfler, Mick Jagger, Sting en Sinead O’Connor.
Groet,
Victor
Auteur
Hoi Victor, wat leuk om dit te lezen. Ben blij dat je het album goed vond. Ik hoop dat je ‘m vaker zal luisteren. Ga ik luisteren naar The Chieftains! Enorm bedankt voor je reactie(s). Dat waardeer ik enorm!
The Waterboys, ik luister nu naar de lp, An Appointment with Mr. Yeats. Ik had de cd al maar als echte fan kon ik de lp heruitgave niet laten lopen. Het album is werkelijk van een andere planeet. Het zit zo goed en strak in elkaar: Magnefiek! Ik was in Groningen bij de tour die bij dit album horen en ik werd letterlijk uit de stoel geblazen! Ik was wel drie dagen van de kaat van deze onvergetelijke avond in Groningen. Misschien begon de aarde lichtelijk te beven na dit concert maar bij mij was zeker een positieve verandering in gang gezet! The Waterboys zijn op dit moment in Europa aan het touren, vanavond in Weert! Veel plezier daar en laat je betoveren door The Waterboys! Best band in the world!
Love and light my way Waterboys!
Detlev Lassche uit Oldenzaal.
Auteur
Helemaal eens over de tour die je beschreef. Ik was destijds naar het concert in Utrecht (17-03-2012), een top avond! 3 april as. zie ik ze weer in Paradiso, zin in!