Inleiding
In 2000 schafte ik Ween’s Chocolate And Cheese aan. Ik heb geen idee meer waarom, maar het album intrigeerde me. Ik had al veel gelezen over het eclectisme van het album. Als iets mijn nieuwsgierigheid wekt, is het wel dat woord.
Ween
In 1984 ontmoetten Aaron Freeman en Mickey Melchiondo elkaar op school. Al snel bleken ze een passie voor muziek te delen. Ze bedachten de naam Ween (een combinatie van “wuss” en “penis”) en maakten eigen opnamen: “the music was designed to be obnoxious”. In de tweede helft van de jaren (19)80 bracht de groep een aantal cassettes uit, waarop Ween musiceert en wordt ondersteund door een Digital Audio Tape (DAT) machine (die vooraf opgenomen begeleiding bevat). Ze traden ook op met de DAT.
Tijdens een van de optredens zag een A&R vertegenwoordiger van het Twin/Tone label, dat opereerde vanuit Minneapolis, de band live en bood ze een contract aan. In november 1990 bracht Ween haar debuutalbum, GodWeenSatan: The Oneness, uit, een album met maar liefst 26 nummers. Het streven om “obnoxious” muziek te maken was goed te horen. Veel was melige pubermuziek, maar er zaten al wel bijzondere stukken tussen, die aantoonden dat de band muzikaal tot grote dingen in staat was, veel genres aankonden en relevant konden zijn. Op het nummer L.M.L.Y.P., een bewerking van de Prince nummers Shockadelica en Alphabet St., is Ween meer ‘vintage Prince‘ dan Prince zelf was rond die tijd.
Een klein jaar later bracht de band haar tweede album uit, The Pod, dit keer met 23 nummers, op het Shimmy-Disc label. De opnamen werden gedaan op een 4-track cassette recorder. De hoes was een parodie van Leonard Cohen’s verzamelalbum uit 1975, The Best Of Leonard Cohen.
Ween tekende bij een major label, Elektra Records, en bracht in november 1992 hun derde album uit: Pure Guava, dat 19 nummers bevatte. Het bevatte met Push Th’ Little Daisies zelfs een kleine hit, die met name in de MTV cartoon Beavis And Butt-Head regelmatig voorbij kwam.
Tot dan toe had Ween concerten grotendeels met z’n tweeën gedaan, maar de band werd uitgebreid met een drummer en een bassist. Zoals blijkt uit de hoeveelheid nummers per album had Ween geen last van writer’s-block, verre van zelfs. Ook voor het volgende album zou dat weer gaan geleden. De opnamen zouden echter geheel anders verlopen. Nam de band voorheen de albums lo-fi op met eigen amateuristische opname apparatuur, voor het volgende album zou de band een ‘echte’ studio afhuren.
N.B.:
Ween maakte gebruik van een eigen logo, genaamd Boognish. Het is te vinden op de hoes van de albums GodWeenSatan: The Oneness en Chocolate And Cheese (in de riem). Boognish gold als een demon-god achtig figuur en was de beschermheer van Ween. Het logo werd vaak gebruikt als projectie op het podium.
Chocolate And Cheese
Op 27 september 1994 bracht Ween haar vierde album uit, Chocolate And Cheese, de eerste die opgenomen werd in een professionele studio. De werkethiek van de groep was wederom indrukwekkend: 16 nummers. Demo opnamen vonden al plaats in de zomer van 1992, waarvan uiteindelijk twee nummers op het album terecht kwamen. De rest werd professioneel (her)opgenomen vanaf eind 1993 tot en met het voorjaar van 1994. Chocolate And Cheese was het eerste album waarop een volledige band hoorbaar was. Het album is opgedragen aan John Candy, de komiek die op 4 maart 1994 was overleden.
Het album begint aanstekelijk met Take Me Away, waarin de band een paar keer met “thank you” het aanwezige publiek (5 à 6 man?) bedankt. Grappig. Spinal Meningitis (Got Me Down) is geïnspireerd door een krantenartikel waarin een hillbilly de ziekte “Smile on, mighty Jesus” noemde. De pijn en angst die wordt vertolkt door een kinderstem is pijnlijk. Freedom Of ’76 is een met falset gezongen soulnummer opgedragen aan de stad Philadelphia. I Can’t Put My Finger On It is een compleet uniek nummer met rauwe gitaren en schreeuwzang.
A Tear For Eddie is een instrumentale ode aan Parliament/Funkadelic gitarist Eddie Hazel, die in december 1992 was overleden. Roses Are Free is een swingend nummer dat volgens de band lijkt op de muziek van Prince. De ballad (?) Baby Bitch gaat over een ex-vriendin van Gene Ween. De jaren (19)60 invloed van Mister, Would You Please Help My Pony? is het resultaat van een heftige paddenstoel trip in een hotelkamer.
Twee akoestische gitaren begeleiden Drifter In The Dark, een nummer dat werd geschreven nadat Gene Ween kennis had gemaakt met de muziek van country zanger Roger Miller. Daadwerkelijk geïnspireerd door de voodoo cultuur, kent Voodoo Lady een drive die wordt voortgedreven door bongo’s (!). Jappa Road gaat over een echte straat in Washington, D.C. en is een vrolijke noot op het album. Candi is het resultaat van dronkenschap in de studio, en dat is te horen.
Buenas Tardes Amigo is geschreven als reactie op een scene in Sesamstraat waarin een blanke pop Spaanse woorden leerde aan andere poppen. The HIV Song ontstond na een grap van een vriend die met een megafoon ziektes wilde schreeuwen. De tekst bestaat uit “AIDS” em “HIV” gezet op polka achtige circus muziek. What Deaner Was Talkin’ About gaat over slapeloze nachten veroorzaakt door ongerustheid, bezorgdheid en/of piekeren. Het album wordt afgesloten door Don’t Shit Where You Eat gaat over “not trash the place you sleep in, don’t bite the hand that feeds you, and most importantly don’t poop on the same plate you eat on or you’ll be eating shit. A good lesson for us all”. Mooie levenslessen op een Ween album.
Hoes
Oorspronkelijk wilde de band een hoes met een “gay sailor theme”, maar dat werd door de platenmaatschappij afgewezen. De combinatie van The HIV Song en een dergelijke hoes werd te gevoelig beschouwd. De band werd vervolgens geïnspireerd door de verzamelaar All The Great Hits, waarop het torso van een boxer te zien met een boksriem. Ween vond het een grappig idee dit na te bootsen, maar dan met een Playboy achtige hoes, waarop feitelijk geen naakt te zien zou zijn.
De band heeft het model voor de foto nooit ontmoet. De Playboy link werd later bewaarheid toen het blad Chocolate And Cheese begin jaren (20)00’s uitriep tot album met de meest sexy hoes aller tijden.
Recensie
Ik hou van eclectische albums en Chocolate And Cheese is dat zeker. Ook al wordt de meligheid soms iets te veel, en wordt het soms pijnlijk (het ‘kind’ dat klaagt over pijn in Spinal Meningitis (Got Me Down)), over het algemeen is het album het beste dat Ween ooit uitbracht. De muziek is aanstekelijk, de afwisseling indrukwekkend, de band kan werkelijk elk genre aan.
Met Candi bevat het album echter het slechtste dat Ween ooit opnamen, volgens Ween zelf: “the worst song that’s on any Ween record” (Dean Ween), “a big, runny diarrhea shit” (Claude Coleman), maar Gene Ween herinnert zich “laughing my ass off” in de studio. Maar het is werkelijk een verschrikkelijk nummer.
Maar dat is dan ook de enige misser. Chocolate And Cheese is een fantastisch, afwisselend, melig, oprecht, grappig en serieus album. Met andere woorden: Ween.
Maar, wellicht belangrijker, het album is dé introductie tot Ween. Als je Chocolate And Cheese niets vindt, is het hoogst waarschijnlijk dat de rest niet de moeite waard is. Andersom geldt dat het de weg opent naar de unieke wereld van Ween.
Liner notes
De promotionele versies van het album bevatte liner notes geschreven door Dean Ween, die hieronder integraal zijn opgenomen.
CHOCOLATE AND CHEESE is the fourth album by the group WEEN. It was recorded in an industrial park office in Pennington, New Jersey, not far from where we live. As always, it was produced and mixed by Andrew Weiss. The title is a lot deeper than anyone might assume. I suppose you could look at this as our “bustin’ out” album, the one that might establish us as the next COUNTING CROWS. Fuck it, we never even got to meet the chick on our cover. I feel that while this is our most mellow record, somehow it turned out to be the most aggressive of the four. It is also worth mentioning that for the first time in four years, this record was recorded with everyone in perfect health (except Andrew, who broke his ankle on a sheet of ice in January). We really wanted to buy new Mercedes Benzs’ with our Pure Guava advance, but, instead, we built our studio for Chocolate and Cheese. I drive a ’78 Cadillac and Gener has a brown Mercury Cougar. I read that Green Day has already been named Punk Band of the Year by Time Magazine (7-94), maybe we’ll be the Hard Rock Band of the Year. The next Collective Soul. We’re really goin’ for the whole banana this time. “Voodoo Lady” is gonna be the next “Feed the Tree.” I was told that whilst filming his new movie, Oliver Stone had GUAVA cranking on the set and Woody Harrelson threatened to walk off unless “that shit got turned off.” Woody, I saw you sing “Jailhouse Rock” on Letterman and the shit was weak. You’re no Lisa Loeb. We had a million great video concepts for our record, none of which will see the light of day without serious help from Oliver Stone, and a large financial institution. We wanted to film in Africa, with a nation of tribesman behind us with Paul Simon’s head superimposed on everyone. No go. We wanted to film our video in a white Bronco with 50 L.A.P.D. cars and choppers chasing us, people holding up “go deaner” signs. Forget it. Anyways, I’m pretty proud of the way this album ended up and I’m sure you’ll like it too. ’94 is our year, the whole banana…
dean ween 7-94
Singles
Van het album werden 3 singles uitgebracht, allen in 1994.
- I Can’t Put My Finger On It
- Freedom Of ’76
- Voodoo Lady
Nummers
Alle nummers geschreven door Ween, tenzij anders aangegeven.
- Take Me Away
- Spinal Meningitis (Got Me Down)
- Freedom Of ’76” (Ween, Ed Wilson)
- I Can’t Put My Finger On It
- A Tear For Eddie
- Roses Are Free
- Baby Bitch
- Mister, Would You Please Help My Pony?
- Drifter In The Dark
- Voodoo Lady
- Joppa Road
- Candi
- Buenas Tardes Amigo
- The HIV Song
- What Deaner Was Talkin’ About
- Don’t Shit Where You Eat
Op 2 augustus 2024 werd de Chocolate And Cheese 30th Anniversary Deluxe Edition uitgebracht met nog eens 15 extra nummers opgenomen tijdens de opnamen van het reguliere album.
Muzikanten
- Dean Ween – gitaar, zang, drums
- Gene Ween – zang
- Claude Coleman Jr. – drums
Gasten:
- Mean Ween – bas en zang op Candi
- Patricia Frey – drums
- Stephan Said – Spaanse gitaar
Na Chocolate And Cheese
De Chocolate And Cheese tour werd in 6 delen opgedeeld en liep van 24 juni 1994 tot en met 16 juni 1995 met de volledige band, gevolgd door een korte tour als tweetal in 1996. Het vijfde deel van de tour werd door Dean Ween in 1997 becommentarieerd: “Absolutely the worst tour that we’ve ever done. I think we’ve toured Europe four times and America probably seven or eight times but this was us at our lowest, most drunken, unhealthy state.”
In 1995 nam Ween in Nashville een country album op dat in juli 1996 onder de titel 12 Golden Country Greats werd uitgebracht. Het werd in juni 1997 gevolgd door The Mollusk, een album in het teken van nautische thema’s, dat volgens de band zelf “our dark, acid rock record” was. De band leverde een aantal nummers aan Trey Parker/Matt Stone projecten, waaronder de South Park aflevering Chef Aid in oktober 1998, waarvan de soundtrack verscheen op het South Park – Chef Aid album. In juni 1999 werd de live compilatie Paintin’ The Town Brown: Ween Live 1990-1998 uitgebracht, in mei 2000 gevolgd door White Pepper, het laatste album voor Elektra Records.
Na twee live albums verscheen het nieuwe Ween album quebec in augustus 2003, een donker album. Na nogmaals twee live albums verscheen Shinola, Vol. 1 in juli 2005, een album met “songs we regretted not putting on other records”. In 2007 verschenen The Friends EP (juni) en La Cucaracha (oktober). Hierna verschenen nog twee live albums.
In 2008 ging Gene Ween op een solo tournee. In februari 2010 verscheen een nieuwe Ween single, DC Won’t Do You No Good. Na een korte tournee in 2011 werd op 29 mei 2012 bekend gemaakt dat Ween zou stoppen. Minder dan vier jaar later was Ween weer te zien op het podium. In eerste instantie gepland voor maar 3 shows, ging de band op een bescheiden tour door de VS.
Op 29 augustus 2024 kondigde de band aan dat alle geplande live optredens werden afgezegd “for the foreseeable future”.
Ter afsluiting
Ook al ken ik een aantal albums goed, ik denk niet dat ik Ween ooit helemaal zal begrijpen. De meligheid is soms te veel, maar Ween is een entiteit op zichzelf en dat is iets waar de band voor bewonderd dient te worden. Alles gaat precies zoals de band het wil en muzikale compromissen worden niet gesloten.
Wat vind jij van Ween en Chocolate And Cheese? Laat het weten!
Video/Spotify
Bij dit verhaal is een video opgenomen. Klik op de volgende link om deze te zien: Video: Ween en het grappige, pijnlijke en professionele Chocolate And Cheese. De A Pop Life afspeellijst op Spotify is ook aangepast.