Inleiding
In 1984 brachten The Replacements hun Let It Be uit en begon een topperiode in hun carrière, die 3 albums zou standhouden. Een terugblik op het prachtige Let It Be, Tim en Pleased To Meet Me.
The Replacements
In 1978 werd in Minneapolis de band Dogbreath opgericht door de broers Bob en Tommy Stinson. Al snel werd de band uitgebreid met drummer Chris Mars. Na een zoektocht naar een zanger werd de band aangevuld met Paul Westerberg. Na de komst van Westerberg werd de muziek iets serieuzer aangepakt. In de begindagen waren drank en drugs belangrijker, zelfs zo belangrijk dat muziek maken op de tweede plaats leek te komen. Helaas zou dit door de hele carrière van de band een (te grote) rol blijven spelen en regelmatig concerten verpesten.
De bandnaam werd vervangen door The Impediments. Onder die naam werd een desastreus optreden gegeven: de band was zwaar onder de invloed. De bandnaam werd wederom veranderd: The Replacements.
De band nam een demo op in 1980 en gaf deze aan de eigenaars van Twin/Tone Records, waarop de band een contract aanging met de kleine maatschappij. Omdat de band achterdochtig was over de muziekindustrie, tekende de band geen contract, maar werd een mondelinge overeenkomst gesloten. Westerberg ging aan het werk en schreef genoeg nummers voor het debuutalbum Sorry Ma, Forgot To Take Out The Trash dat in augustus 1981 verscheen, dat lokaal goed werd ontvangen. Het album bevatte het nummer Somethin to Dü, een ode aan die andere punk/alternatieve rock band uit Minneapolis, Hüsker Dü.
In juni 1982 verscheen Stink, een naar punk neigende EP. Maar de band voelde zich niet echt thuis in het punk idioom: “We write songs rather than riffs with statements”.
Hootenanny, dat in april 1983 werd uitgebracht, zorgde er voor het eerst voor dat de band ook buiten Minneapolis aanhang kreeg. Er werd dan ook voor het eerst getoerd door de VS. Ze speelden ook in het voorprogramma van R.E.M., maar waren niet erg succesvol. Westerberg: “We’d much rather play for fifty people who know us than a thousand who don’t care”.
Het werd tijd voor een opvolger.
Let It Be
Let It Be werd uitgebracht op 2 oktober 1984. De band koos een melodieuzere en rustigere route. De band was klaar met hard en snel, en was op zoek naar meer oprechte muziek en gevoel.
De band had R.E.M.’s Peter Buck gevraagd de productie op zich te nemen, maar toen ze elkaar ontmoetten had de band te weinig materiaal.
De album titel is een bewuste keuze: “our way of saying that nothing is sacred, that the Beatles were just a fine rock & roll band. We were seriously gonna call the next record Let It Bleed“.
Recensie
Een fantastisch rock ‘n’ roll album dat de start was van een trilogie aan prachtige alternatieve rock albums. Het voornemen om meer oprechte muziek te maken was prima gelukt. De liedjes zijn allemaal even mooi en pakkend, zonder tekort te doen aan de “alternative” feel van de eerdere albums.
Opvallende is de cover van Kiss‘ Black Diamond. Ook covers waren een bewuste keuze: een ‘fuck you’ statement richting de punk beweging waar binnen de band populair was, maar ook als beweging extreem conservatief was. Oorspronkelijk stond punk voor vernieuwing, geen regels en vrijheid, maar de regels over wat wel/niet punk was, waren zeer rigide. Met name tijdens live shows deed de band vaak covers met het doel hun (punk)publiek te irriteren.
Nummers
Alle nummers geschreven door Paul Westerberg, tenzij anders aangegeven.
- I Will Dare
- Favorite Thing *
- We’re Comin’ Out *
- Tommy Gets His Tonsils Out *
- Androgynous
- Black Diamond #
- Unsatisfied
- Seen Your Video
- Gary’s Got A Boner ~
- Sixteen Blue
- Answering Machine
* Paul Westerberg, Tommy Stinson, Bob Stinson, Chris Mars
# Paul Stanley
* Paul Westerberg, Tommy Stinson, Bob Stinson, Chris Mars
De spelers
Replacements
- Chris Mars – drums, zang
- Bob Stinson – gitaar
- Tommy Stinson – bas, zang
- Paul Westerberg – zang, gitaar, piano, mandoline op I Will Dare, lapsteel op Unsatisfied
Aanvullend
- Peter Buck – gitaar solo op I Will Dare
- Chan Poling – piano op Sixteen Blue
Vervolg
Let It Be werd erg goed ontvangen en de band kwam in de belangstelling te staan van de grote platenmaatschappijen. De band speelde meerdere concerten waarbij platenmaatschappij vertegenwoordigers in de zaal aanwezig waren. Vaak speelde de band expres slecht en veel covers. De cassette-only The Shit Hits The Fans die op 25 januari 1985 werd uitgegeven is een weergave van een concert uit november 1984. Van de 24 nummers die de band speelde waren er maar 5 van de band zelf.
Maar toch was er een platenmaatschappij die het aandurfde: Sire Records. De band was blij met de maatschappij die jaren daarvoor The Ramones hadden getekend.
Tim
Tim werd op 14 oktober 1985 uitgebracht op het Sire Records label. Het album werd geproduceerd door Tommy Ramone (onder zijn echte naam Tommy Erdelyi). De invloed van Westerberg neemt toe, dit album bevat maar één nummer waaraan anderen hebben meegeschreven.
Recensie
Alweer een fantastisch album, nog melodieuzer en zelfs akoestisch. Prachtige nummers die een band laten horen die nog steeds groeit en professioneler is geworden. Volwassener en melancholischer, maar nog steeds zonder dat de band vervalt in “rock ‘n’ roll posing” of het verloochenen van hun punk roots.
Nummers
Alle nummers geschreven door Paul Westerberg, tenzij anders aangegeven.
- Hold My Life
- I’ll Buy
- Kiss Me On The Bus
- Dose Of Thunder *
- Waitress In The Sky
- Swingin Party
- Bastards Of Young
- Lay It Down Clown
- Left Of The Dial
- Little Mascara
- Here Comes A Regular
* Chris Mars, Tommy Stinson, Paul Westerberg
De spelers
Replacements
- Paul Westerberg – gitaar, piano, zang
- Chris Mars – drums, achtergrondzang
- Bob Stinson – gitaar
- Tommy Stinson – bas
Aanvullend
- Alex Chilton – zang op Left Of The Dial
- Tommy Erdelyi – gitaar solo op Kiss Me On The Bus
Vervolg
Het album was nog succesvoller dan de voorganger. De band toerde de rest van 1985 en het begin van 1986. Op het allerlaatste moment werd de band gevraagd een optreden te verzorgen bij het fameuze televisie programma Saturday Night Live op 18 januari 1986, een grote kans oor de band om zichzelf nationaal te presenteren. Het werd een fiasco. De band was dronken en ‘drugged-out’, speelde slecht en vloekte er op los. Het optreden was zo slecht dat de band werd verbannen van het programma. De band mocht nooit meer terugkeren (later zou Paul Westerberg als solo artiest nog wel optreden).
In augustus 1986 ontsloeg de band oprichter en gitarist Bob Stinson vanwege ernstige problemen met drank en drugs, ook al deden de bandleden niet onder voor elkaar. Een andere lezing is dan ook dat Stinson zelf opstapte, omdat hij een uitgesproken voorkeur had voor de hardere, snellere muziek en dat was niet de route die Westerberg voorstond. De band was teruggebracht naar een trio.
Pleased To Meet Me
Het enige album dat de band opnam als een trio, Pleased To Meet Me, werd uitgebracht op 17 juni 1987. De meeste nummers stammen uit de periode dat Bob Stinson nog deel uitmaakte van de band. Zijn bijdrage aan de nummers is nihil. Rock, soul en zelfs jazz maken hun intrede, wat het geluid voller, smaakvoller en afwisselender heeft gemaakt.
Ook doet de saxofoon zijn intrede in de muziek en op één nummer wordt zelfs een blazers sectie geïntroduceerd. Big Star’s Alex Chilton speelt mee op gitaar en geeft zijn naam aan het nummer Alex Chilton.
Recensie
Pleased To Meet Me is mijn persoonlijke favoriete album van de band. Ik hou van de afwisseling, de meerdere muzikale invullingen. Het is echter ook de afsluiting van de trilogie aan fantastische Replacements albums.
Nummers
Alle nummers geschreven door Paul Westerberg, tenzij anders aangegeven.
- I.O.U.
- Alex Chilton *
- I Don’t Know *
- Nightclub Jitters
- The Ledge
- Never Mind
- Valentine *
- Shooting Dirty Pool *
- Red Red Wine
- Skyway
- Can’t Hardly Wait
* Chris Mars, Tommy Stinson, Paul Westerberg
De spelers
Replacements
- Paul Westerberg – zang, gitaar, piano, harmonica
- Tommy Stinson – bas, achtergrondzang en gitaar op Can’t Hardly Wait
- Chris Mars – drums, percussie, achtergrondzang
Aanvullend
- Jim Dickinson (East Memphis Slim) – keyboards op I.O.U., The Ledge, Valentine, Can’t Hardly Wait en achtergrondzang op I.O.U.
- James “Vito” Lancaster – achtergrondzang op I.O.U., Alex Chilton en Shooting Dirty Pool
- Teenage Steve Douglas – saxofoon op I Don’t Know en basfluit op The Ledge
- Prince Gabe – saxofoon op Nightclub Jitters
- Luther Dickinson – gitaarsolo op Shooting Dirty Pool
- Alex Chilton – gitaar op Can’t Hardly Wait
- Max Huls – strijkinstrumenten op Can’t Hardly Wait
- The Memphis Horns – blazers op Can’t Hardly Wait
Vervolg
Er werd uitgebreid getoerd voor het album. De band had gitarist Slim Dunlap ingehuurd als gitarist. Dat beviel zo goed, dat hij na de tour officieel toetrad tot de band.
Na de trilogie
In 1989 verscheen het album Don’t Tell A Soul, dat een definitieve poging was tot groter succes voor de band. Ondanks een paar prachtige nummers lukte het niet. Na een desastreus verlopen tour als voorprogramma voor Tom Petty And The Heartbreakers, nam Westerberg het album All Shook Down op, maar werd gedwongen dit in 1990 als een Replacements album uit te brengen.
Chris Mars verliet de band, waarna de band nog op tournee ging. Hierna besloot de band te stoppen en ging op afscheidstournee. Op 4 juli 1991 speelde de band de laatste show in Chicago.
De in 1986 ontslagen/opgestapte Bob Stinson overleed in 1995 na jaren van drugs en drank misbruik. Hij werd slechts 35 jaar oud.
Paul Westerberg lanceerde een succesvolle solo carrière. De overige bandleden bleven actief als muzikant.
Op 13 juni 2006 bracht Rhino Records een compilatie album uit van de band: Don’t You Know Who I Think I Was?, waarop twee nieuwe nummers. Beide nummers waren opgenomen door de nog overgebleven originele bandleden.
Reünie
Op 3 oktober 2012 werd aangekondigd dat de band weer bij elkaar was en een EP aan het opnemen was. De EP kreeg de naam Songs For Slim, omdat de opbrengsten ten goede kwamen aan voormalig bandlid Slim Dunlap die een beroerte had gehad. De 250 exemplaren werden via een veiling verkocht.
Op 24 augustus 2013 trad de band voor het eerst sinds 1991 weer op. Ondanks het vrijgeven van nieuwe muziek (online uitgave van Poke Me In My Cage op 14 december 2014) en geluiden dat de band bezig was met een album, meldde Westerberg op 5 juni 2015 op het podium dat de band die avond hun laatste optreden gaf.
Ter afsluiting
Wat vind jij van The Replacements? Heb jij ook een voorkeur voor de genoemde trilogie of ligt die meer bij het (punky) begin? Laat het weten in de commentaar sectie hieronder.
Video/Spotify
Bij dit verhaal is een video opgenomen. Klik op de volgende link om deze te zien: Video: The Replacements starten aan hun 3-op-een-rij briljante albums met Let It Be. De A Pop Life afspeellijst op Spotify is ook aangepast.
2 reacties
Inderdaad een trio uitstekende platen. Terecht dat je hier aandacht aan schenkt. Of ik pleased to mee me ook hoger inschat dan let it be, weer ik nog niet zo. Ik twijfel, maar laat ik het eerst maar weer eens gaan luisteren. Dat is al weer een tijdje geleden.
Bedankt voor de informatie in ieder geval.
Auteur
Dank je wel voor je reactie Kees. Ik vermoed dat voor jou Let It Be meer zal passen.