Inleiding
Pas mijn tweede artikel over Japan. Een favoriete band vanaf het moment dat ik Adolescent Sex voorbij zag komen op het popprogramma Toppop. Ik verloor ze destijds uit het oog en werd weer geïntroduceerd rond de tijd van Tin Drum. Al snel kwam het nieuws dat de band uit elkaar was gegaan. Vanaf 1978 was gewerkt aan een steeds groter wordende groep liefhebbers en opeens was het over. Er zou nog een afscheidsalbum volgen. Op 18 juni 1983, zes maanden na het allerlaatste concert van de band, verscheen Oil On Canvas, het album én de video.
Aanloop
Japan was op de toppen van hun populariteit. Het nummer Ghosts was een hit geworden in Engeland. Een zeer onwaarschijnlijke hit, maar het sloeg aan. Zanger David Sylvian was als ‘mooie man’ veelvuldig terug te vinden in allerlei (muziek)magazines, ook die gericht waren op de tiener markt. Het moet een kwelling voor hem zijn geweest.
Het album Tin Drum was een succes, zeker in kringen van de ‘mensen met goede smaak’. Na jaren van ontkenning, miskenning en ridiculisering van de glam band, gevolgd door het gegniffel en gehoon om het ‘poseurschap’ van de gekwelde mannen die o zo gevoelig waren, werd Japan (veel te laat) serieus genomen als muzikanten en, wellicht belangrijker, artiesten.
Japan had zich altijd onderscheiden van hun tijdsgenoten door hun onwaarschijnlijke grote gevoel voor melodie, ritme en fijnbesnaardheid. De Japan albums Quiet Life, Gentlemen Take Polaroids en Tin Drum stonden op eenzame hoogte, aan de zijkant van het huidige popklimaat.
Voorman David Sylvian heeft een stem waarvan je moet houden, maar was als belangrijkste componist de smaakmaker van de band. Bassist Mick Karn had een zeer eigen geluid, zijn fretloze bas gebruikte hij als een separaat instrument met eigen melodielijnen die het reguliere baswerk overstegen. Drummer Steve Jansen (broer van Sylvian) was (en is) één van de meest oorspronkelijk drummers die ik ken. Zijn ritmes waren uniek: avant-garde, maar toch funky. Simpel en doeltreffend en rijk tegelijk. Richard Barbieri was de man van de klanktapijten en bepaalde grotendeels de sfeer. Gitarist Rob Dean verliet de band na Gentlemen Take Polaroids nadat zijn rol steeds onbeduidender werd. Overigens niet vanwege onkunde (ook al was hij de meest traditionele muzikant), maar vanwege de richting die de band opging.
Japan bestond uit vier individuen, die separaat van elkaar ieder een eigen herkenbaar geluid hadden, die tezamen het unieke Japan geluid produceerden. Ook al stelde Sylvian later dat hij, op Ghosts na, liever niet aan Japan wordt herinnerd, is het wel een onmisbare schakel in zijn muzikale carrière, net zoals dat voor de andere drie geldt.
Assemblage en Quiet Life single
Na het album Quiet Life was Japan overgestapt van Hansa naar Virgin Records. Hansa bezat de rechten op alle muziek tot en met Quiet Life. Nog tijdens de opnamen van Tin Drum besloot Hansa een verzamelaar uit te brengen. De band koos ervoor om betrokken te zijn bij het samenstellen ervan. Een slimme keuze, want er kon invloed worden uitgeoefend op de uitstraling (hoes) en de nummerkeuze. Het album was met name interessant vanwege de opnieuw opgenomen Adolescent Sex, die vooral voller klinkt dan het origineel, en de beide door Giorgio Moroder geproduceerde nummers, Life In Tokyo en European Son.
Om de verzamelaar, die de naam Assemblage meekreeg en op 11 september 1981 uitkwam, te promoten wilde Hansa Quiet Life als single uitbrengen. De band werd overgehaald om op 23 september 1981 in het Engelse popprogramma Top Of The Pops op te treden. De single werd een onverwacht succes. Het gevolg was dat er steeds meer artikelen over de band verschenen. Daarbij ging veel aandscht uit naar Sylvian, die gezien werd als de ‘mooiste man in de popmuziek’.
Dynamiek
Tijdens de opnamen van Tin Drum was al duidelijk geworden dat de dynamiek tussen de bandleden begon te veranderen. Sylvian besefte maar al te goed dat de band afhankelijk was van hem voor het schrijven van nummers. Hij begon de druk om elk jaar weer een album vol te schrijven vermoeiend te vinden. Mick Karn begon zich steeds vaker opmerkingen te maken over een op handen zijnd solo-album.
Visions Of China Tour
Om het nieuwe album Tin Drum te promoten werd er een tour door Engeland georganiseerd: de Visions Of China Tour. In samenspraak met de band werd een nieuwe podium opzet ontworpen. Zoals ook al merkbaar was tijdens de opnamen voor Tin Drum, begon Sylvian zich meer en meer op te stellen als alleenheerser binnen de band. Zo ook nu.
Vlak voordat de band de tour zou starten, begon Sylvian steeds meer veranderingen aan de set aanbrengen. Uiteindelijk weigerde hij zelfs met de hele set te gaan starten, waar de hele band (inclusief Sylvian) mee had ingestemd. De dag voordat de tour van start zou gaan stelde Sylvian een ultimatum: of de set eruit of geen tour. Na een hoog oplopende ruzie ging de band toch akkoord. Immers, de tour was al geboekt, alle kaarten waren verkocht.
Na de ruzie ging Mick Karn naar huis om te pakken voor de reis naar de eerste tour stop. Bij thuiskomst vertelde zijn vriendin Yuka Fujii dat ze bij hem wegging en, per direct, in zou trekken bij… David Sylvian. Karn was geschokt. Ook al liep de relatie met Fujii liep toch al op zijn eind, dit was te veel voor Karn. Tijdens de tour vermeden Sylvian en Karn elkaar. De overige bandleden kwamen tijdens de tour achter de oorzaak van de verwijdering tussen de beide voormalige vrienden.
Gedurende de tour werd de set stukje bij beetje weer uitgebreid naar het oorspronkelijke ontwerp. Hoe dat in zijn werk is gegaan, is mij onduidelijk. Het moet Sylvian zijn opgevallen. Saillant detail is dat de Engelse pers in hun recensies regelmatig complimenten gaven over de prachtige set.
Wonder boven wonder werd het einde van de tour, die intern de Shit Tour werd genoemd, gehaald. Karn stortte in en raakte in een depressie. In korte tijd was hij niet alleen zijn vriendin en beste vriend kwijtgeraakt, hij was zich waarschijnlijk ook bewust dat het einde van zijn bandje nabij was.
Ghosts
Op 12 maart 1982 werd de tweede single van het album Tin Drum uitgebracht. Nadat single Visions Of China (te) weinig had gedaan, werd gekozen voor Ghosts. Een opvallende keuze, want dit was niet het soort nummer en/of muziek waarvan succes werd verwacht.
Na een ongemakkelijke opnamesessie bij popprogramma Top Of The Pops, waar het publiek duidelijk liet merken het nummer helemaal niets te vinden, begon de single, langzaam maar zeker, aan status te winnen. Het werd een succes. Eén van de meest onwaarschijnlijke hits uit de Engelse (pop)geschiedenis was een feit.
Solo
De eerste solo uitingen begonnen ook te verschijnen. In augustus verscheen de fantastische single en (met name) 12-inch met een dubbele A-kant: Bamboo Houses/Bamboo Music, naar mijn mening één van de beste 12-inches aller tijden. De nummers waren gemaakt en uitgevoerd door David Sylvian en Ryuichi Sakamoto (destijds bekend van het invloedrijke Yellow Magic Orchesta).
Drie maanden later verscheen het prachtige eerste solo album van Mick Karn. Voor het verhaal daarachter en het vervolg van Karn’s carrière, lees het artikel over Titles.
Op beide uitingen speelden zowel Steve Jansen als Richard Barbieri mee.
In de pers begonnen de eerste berichten over problemen binnen de band te verschijnen. Opheffing leek een serieuze optie.
Sons Of Pioneers Tour
Eind 1982 werd nog een tour georganiseerd, de Sons Of Pioneers Tour, die zou beginnen op 1 oktober en zou eindigen op 16 december. Deze keer werden met name Europa en Japan aangedaan. Het management hoopte dat de band door het verwachte succes van de tour, besloot bij elkaar te blijven. Tevens moest er geld op de plank komen, want de band was bijna het gehele jaar 1982 inactief geweest.
Voor deze tour werd gebruik gemaakt van gastgitarist Masami Tsuchiya, die naast manisch gitaarwerk ook keyboards speelde en de tapes instartte (zoals het saxofoon werk van Karn). Na een tour door Europa ging de band naar Japan. Op 16 december 1982 speelde de band in Nagoya’s Shi Kohkaido. Het zou het laatste Japan concert ooit worden.
De set list tijdens de tour was indrukwekkend: Burning Bridges, Sons Of Pioneers, Alien, Gentlemen Take Polaroids, Swing, Cantonese Boy, Visions Of China, Nightporter, Canton, Ghosts, Still Life In Mobile Homes, Methods Of Dance, Quiet Life, European Son, The Art Of Parties, Life In Tokyo en Fall In Love With Me. Ik had dit graag meegemaakt.
Het einde
Nog tijdens de tour werd het voor iedereen onontkoombaar: de band was klaar. De bekendmaking volgde nog tijdens de afscheidstour. Er werden weinig mededelingen gedaan over het hoe en waarom achter het besluit.
Er zou nog een album volgen en dan zou het over zijn met de belangrijke smaakmaker van de Engelse new wave, die op het hoogtepunt stopte. Net nu het grote succes voor het grijpen leek.
Aan het begin van 1983, vlak na het einde van Sons Of Pioneers tour begon het werk aan het laatste Japan project: live album Oil On Canvas.
Een favoriet en (door mij) erg geliefd album, direct vanaf het moment van aanschaf: het staat op nummer 25 in mijn album top 50 aller tijden.
Oil On Canvas
Het laatste Japan album werd als een live album in de markt gezet. Tijdens de afsluitende Sons Of Pioneers Tour werden de concerten van november 1982, die plaatsvonden in Hammersmith Odeon in Londen, opgenomen. De basis opnamen van de shows zijn gebruikt voor het album. Maar onder basis opnamen moet dan ook echt basis worden bestaan: feitelijk zijn alleen de drums echt live. Ook geluiden die met de drum opnamen waren meegekomen zijn live. De rest is opnieuw ingespeeld en ingezongen in de studio.
Daarnaast bevat het album 4 studio opnamen. Drie daarvan betreffen nieuwe (instrumentale) composities. De vierde, Nightporter, is een heropname van het origineel dat op het album Gentlemen Take Polaroids stond. Het nummer is op een manier gemixt dat het onderdeel lijkt van de originele concert opnamen.
De drie nieuwe nummers zijn prachtige verstilde stukjes muziek. De opener Oil On Canvas zet de toon voor het album en heeft een Twin Peaks avant-la-lettre gevoel. De afsluiter Temple Of Dawn luidt niet alleen het album sfeervol uit, maar ook het Japan tijdperk. Voices Raised In Welcome, Hands Held In Prayer kent een gamelan achtig ritme, en lijkt een soort ‘heilige’ achtergrond te hebben. Ik krijg van de gezongen noten altijd het idee dat er een soort mantra wordt gezongen, maar het kunnen net zo goed willekeurige samples zijn.
Van de reguliere Japan nummers ligt de nadruk op het laatste studio album Tin Drum. Met zeven nummers komt bijna hele album voorbij (alleen Talking Drum ontbreekt). Het album Gentlemen Take Polaroids is met vier nummers vertegenwoordigd. Van de drie Hanse albums is alleen het nummer Quiet Life opgenomen.
Ook al is de uiteindelijke uitwerking van de nummers niet echt live, het album ademt toch die sfeer uit, zowel instrumentaal als vocaal. De Tin Drum nummers komen meer tot hun recht. Sylvian’s stem klinkt warm en menselijk. Wat ook opvalt is dat de band klaarblijkelijk prima in staat is om de in de studio opgenomen complexe muziek probleemloos te vertalen naar het podium. Bootlegs van de laatste tour tonen dat overtuigend aan, zoals Leidenese Boy, die opnamen bevat van het concert in Leiden op 7 oktober 1982.
Met name Jansen’s indrukwekkende drumwerk is een genot om naar te luisteren. Hij alleen al geeft Japan dat typische robotische new wave gevoel mee, maar weet dat te combineren met een intense swing. Japan heeft voor mij altijd funky geklonken. het hoogtepunt daarvan is natuurlijk de 1981 12-inch The Art Of Parties, maar ook op dit album is het herkenbaar en hoorbaar.
Karn’s baswerk is naast opvallend, ook behoorlijk inventief. Jansen en Karn waren een unieke ritmesectie, die een indrukwekkende discografie hebben achtergelaten. Niemand heeft dat werk kunnen evenaren, laat staan verbeteren.
Mede dankzij Karn en Jansen is Japan geworden wat het is geworden. Een belangrijke schakel in de vroege jaren (19)80 muziek en een belangrijke inspiratiebron voor de new-romantics beweging die erna kwam, en die veel, heel veel geld opleverde.
Gast gitarist Masami Tsuchiya krijgt de ruimte om de gitaar te laten gieren en dat doet hij met verve. Goede muzikant.
Hoogtepunten te over op dit album. De eerste 6 nummers zijn werkelijk fenomenaal. De live-setting laat de nummers ademen en hebben een perfecte flow. Mocht iemand willen beginnen met Japan, raad ik die eerste 6 nummers als introductie aan.
Grappig detail:
Ik wist niet dat het nummer Temple Of Dawn was afgeleid van de roman The Temple Of Dawn van de Japanse schrijver Yukio Mishima, één van mijn favorite schrijvers.
Succes
Ironisch genoeg werd Oil On Canvas Japan’s grootste album hit. Het haalde de goud status in Engeland. Er werd een single uitgebracht (Canton), maar die deed weinig.
Tegelijkertijd met het album werd een VHS video uitgebracht met dezelfde naam. Concertopnamen werden vermengd met beelden vanuit Hong Kong en Taiwan. De video kreeg een DVD uitgave in 2006, toen het werd opgenomen bij de uitgave The Very Best Of Japan.
Nummers
Alle nummers geschreven door David Sylvian, tenzij anders aangegeven.
Kant A
- Oil On Canvas
- Sons Of Pioneers *
- Gentlemen Take Polaroids
- Swing
Kant B
- Cantonese Boy
- Visions Of China **
- Ghosts
- Voices Raised In Welcome, Hands Held In Prayer **
Kant C
- Nightporter
- Still Life In Mobile Homes
- Methods Of Dance
Kant D
- Quiet Life
- The Art Of Parties
- Canton **
- Temple Of Dawn ***
Geschreven door | ||
---|---|---|
* | Mick Karn, David Sylvian | |
** | Steve Jansen, David Sylvian | |
*** | Richard Barbieri |
Muzikanten
- David Sylvian – zang, keyboards
- Mick Karn – fretloze bas, achtergrondzang, klarinet, saxofoon
- Steve Jansen – drums, marimba
- Richard Barbieri – keyboards/synthesizers
- (gast) Masami Tsuchiya – elektrische gitaar, keyboards, tapes
Recensie
Zoals duidelijk zal zijn: ik vind dit album fantastisch. Ik weet nog goed dat ik het kocht. Een dubbelalbum was relatief duur, maar ik wist dat het me zou bevallen. Alleen de hoes beviel me al. De foto’s van de bandleden (zie de start van dit artikel) bevielen me ook. Ik wilde Sylvian zijn, qua uiterlijk dan…
Ik herinner me de opluchting van mijn ouders, en met name mijn moeder, nog goed. Na een periode met alleen maar herrie en (anarcho)punk (Crass, Discharge, Conflict, etc.) kwam er meer melodie vanuit mijn kamer. Verstilde, mooie muziek. Mijn moeder was zo blij dat ik Japan zelfs mocht draaien op haar verjaardagsfeestje thuis. Het viel in de smaak bij de oudere generatie.
Ik zelf ben een tijd lang Japan / Sylvian minded geweest. Na Prince’ When Doves Cry was alles anders, maar tot die tijd waren Japan en Sylvian vaste kost op mijn draaitafel. Ook de uitgave van Sylvian’s eerste solo album Brilliant Trees weet ik nog goed. De week ervoor werd het titelnummer op de radio gedraaid. Ik was zwaar onder de indruk. Maar, Oil On Canvas blijft het album waar ik naar terug blijf keren. Wellicht is Tin Drum beter, maar het live album heeft een warmte die me bevalt.
Na Oil On Canvas
In 1984 verscheen de verzamelaar Exorcising Ghosts, die naast album versies van de belangrijkste Quiet Life, Gentleman Take Polaroids en Tin Drum nummers ook B kantjes bevat (A Foreign Place en Life Without Buildings) en de superieure The Art Of parties 12-inch mix uit 1981. Een mooie verzamelaar.
Groot was de verrassing toen in 1989 het bericht verscheen dat Japan weer bij elkaar zou komen en een nieuw album zou uitbrengen. Maar, Sylvian was nog steeds Sylvian. Hij eiste dat de groepnaam Japan niet zou worden gebruikt. In plaats daarvan zou de band en het album de titel Rain Tree Crow dragen. Het resultaat was bij vlagen wonderschoon. Maar interne strubbelingen en een geluidsmix waar alleen Sylvian achter stond zorgden er voor dat de reünie geen vervolg meer zou krijgen.
Na Japan
Op het moment dat Japan dan eindelijk de grote successen zou gaan halen, door critici en publiek het respect kreeg dat ze verdienden en daarbovenop ook nog eens een uniek geluid hadden ontwikkeld, was de band al ter ziele.
Ieder bandlid van Japan heeft een succesvolle carrière gehad. De link met Japan is echter, voor alle vier, nooit verdwenen. Ruim 35 jaar na het opheffen van de band, worden ze in stukken en artikelen nog steeds geïntroduceerd als ex-Japan lid. Ook David Sylvian, die toch een behoorlijk succesvolle carrière heeft opgebouwd en met albums als Brilliant Trees en Gone To Earth prachtige muziek heeft gemaakt. Ook zijn samenwerkingen met bijvoorbeeld Holger Czukay en Robert Fripp zijn erg goed.
Ter afsluiting
Mocht je meer willen weten over de band Japan en haar geschiedenis: lees de biografie Japan: A Foreign Place van Anthony Reynolds. Destijds is het boek met behulp van funding via pledges geschreven en uitgegeven. Ik was een van die pledgers (en sta ook als zodanig benoemd). Ik heb er geen moment spijt van gehad. Een prachtig, goed geschreven boek. Met name voor de beschrijving van de periode tussen Tin Drum en Oil On Canvas heb ik veel aan het boek gehad.
Wat vind jij van Japan? En van Oil On Canvas? Laat het weten!
2 reacties
Japan – geweldige band en David Sylvian geweldige artiest. Als solo-artiest samen met Robert Fripp live gezien – een onwijs concert. Helaas heeft hij latere albums uitgebracht waar ik niets van begrijp, bv Blemish uit 2003. Meerdere malen geprobeerd, maar ik kan er geen chocola van maken. Ik ben zelfs een keer tijdens een later (akoestisch) concert in 2007 in Eindhoven na de pauze weggelopen – vreselijk saai – er gebeurde niets!!! BTW: Mick Karn is in 2011 overleden aan kanker.
Auteur
Zeker fantastische band. Ik heb Sylvian in 2001 live gezien. Was prima concert. Het verhaal over zijn debuutalbum, verdere carrière en vroegtijdige dood kun je hier vinden.